Mijn buitenhuisje op de camping. Is gezellig. Hè. Nou ben ik hier niet de enige en zeker ook niet de eerste met een tweede huis. Want 400 jaar geleden was het hartstikke in oom een zomerhuisje te hebben. Het was zelfs de deur rage van de 17e en de 18e eeuw. Alleen toen was het niet zo'n klein caravannetje wat ze dan hadden. Dit zijn de buitenhuizen of buitenplaatsen uit die tijd. Mooi he? Enorme huizen met prachtige tuinen eromheen. Ik ben nu op weg naar buitenplaats Huis te Manpad. Is ongeveer een uurtje varen hier vandaan. Het lijken wel kleine paleizen. Wat een geld moet je hebben om zo'n buitenhuis te bouwen. Nou in die tijd in was er geld genoeg hoor. De meeste van de buitenplaatsen zijn gebouwd in de 17e eeuw en in die tijd was Nederland handelsland nummer één. Hollandse kooplieden die voeren de hele wereld over op zoek naar goederen om te kunnen verhandelen en daar waren ze ontzettend goed in. Nederland is dan één van de rijkste landen ter wereld. Het grootste gedeelte van het jaar woonden de rijke kooplieden en hun families in de stad zoals hier in dit soort prachtige panden aan de Amsterdamse grachten. De zomers brengen ze door op eigen buitenverblijf. Lekker in de natuur en de frisse lucht. Weg van die stinkende stad en dat is meteen ook de belangrijkste reden dat ze hier zitten. Hier lekker in de frisse lucht hebben ze geen last van die enorme stank die dan in de stad hangt. Het is hier in die tijd super smerig en in de zomer als het warm is, is de stank ondraaglijk en dan ontvluchten de rijken in de stad. Hier aan de Vecht liggen een hele hoop buitenplaatsen. In totaal zijn er in Nederland zo'n 6000 gebouwd en daarvan zijn er jammer genoeg maar 551 over. Dat is Goudenstein. Dat is één van de eerste buitenplaatsen aan de Vecht. Hier, moet je kijken: weer zo'n mooie buitenplaats met een theekoepeltje. Thee is nu het meest gedronken drankje van Nederland. Iedereen drinkt het. Dat is in die tijd wel eventjes anders. Aan het begin van de Gouden Eeuw haalde kooplieden het uit China. Het was een enorm luxe een bijzonder product. Hartstikke duur en dus kunnen alleen de allerrijksten een kopje thee drinken. Dat is reden genoeg om een apart gebouwtje voor neer te zetten. Deze speciale theekoepels zijn een echte Nederlandse uitvinding. Ze liggen altijd aan het water. Dat is niet alleen zodat je lekker met je kopje thee een beetje van het mooie uitzicht kan genieten. Ze dienden er vooral voor om aan iedereen te laten zien dat je thee drinkt. Want als je thee kan betalen, dan ben je wel een echte rijke stinkerd. Ik ben er bijna: Huis te Manpad. Ik ben heel benieuwd hoe het eruit ziet. Dit is nou buitenplaats Huis te Manpad. Gebouwd in 1632. Veel kooplieden en hun families hebben hier eeuwenlang hun zomers doorgebracht. Wat een huis he? En een tuin! Kooplieden zijn heel erg geïnteresseerd in alle nieuwe landen die ze voor een handelsreizen bezoeken en overal vandaan nemen ze nieuwe planten en bloemen mee voor hun buitenhuizen. Heerlijk die buitenlucht. Ik snap die rijke mensen van toen wel. Ik ben benieuwd hoe het er van binnen uitziet. Dit is de zaal. Een van de belangrijkste ruimtes van het hele huis. Hier werd de visite ontvangen voor zaken. En natuurlijk voor de gezelligheid. Nou mijn buitenplaats is misschien niet zo imposant, maar ik heb wel lekker frisse lucht en een prachtig uitzicht. Eigenlijk maakt niet zoveel verschil. Het is net of ik daar ben