In het najaar strijken hier aan de Friese kust massaal goudplevieren, oftewel wilsters, neer. Ze zijn op weg naar het zuiden. Het is bij uitstek het moment om de jonge exemplaren te vangen en te ringen. Ook wel bekend als wilsterflappen, een eeuwenoud ambacht. Goedemorgen, ik ben Menno. Hebben jullie allemaal laarzen? Zeker! Dat heb ik gisteravond weer vergeten om daarnaar te vragen. Oh nee. Maar die hebben we wel bij ons. Ik heb wel een paar reservelaarzen in de auto neergezet. Nou geweldig dat we bij u mogen zijn deze ochtend. Dat we er bij mogen wezen. Hier zit dus het spul in wat wij altijd mee moeten nemen. Ach. De wilsters. De lokvogels.De lokvogels. Nou ja, hier zitten ook nog wat veren in zie? Oh ja, ja ja. Maar dit zijn allemaal goudplevieren. Ja, ja. En waarom heeft u die nodig? Ja, anders weten ze toch niet waar ze moeten zijn. Hier ligt een net. Ja. Dus ze moeten toch ergens weten waar ze naartoe moeten. Dus wij zetten die direct die lokvogels er allemaal voor. En dan komen de echte vogels erop af. Dat hopen we. Ja, ja. Kan ik helpen? Zal ik er een paar vogels meenemen? Je mag wel een paar meenemen. Moet er ook een kievit bij of alleen maar... Nee, alles moet erbij. Alles moet erbij. Zo, dat wordt een drukke boel. Nee. Valt mee. Ja. Oh ja, en aan deze kant van het net. Ik zie het, want het net slaat dicht op de vogels. Een metertje uit elkaar. Met de kop in de wind? Ja, hoor. Ja, is dat hoe de plevieren staan? Kievit erbij. Jaar in jaar uit komen de goudplevieren hier om op te vetten. Al jaren houden wilsterflappers hun gegevens bij, maar het is een uitstervend ambacht. Er melden zich nauwelijks nieuwe flappers aan. En het net is aan die kant uitgespannen. Oh ja, dat loopt. Dat loopt zo. Het slaat met de wind mee. Het is net een vliegtuig. Een vogel die landt tegen de wind in. Ja. Hoe lang doet u het al? Mijn baas, die deed dat vroeger al. En wanneer was dat? Ja, ik ben 84 en ik was toen veertien toen ik hier in dorp kwam wonen. Dus reken maar na. Zeventig jaar bijna geleden. Want het flappen gebeurde toen ook al...Maar we kunnen beter de boel klaarmaken want dan staan we hier te kletsen. Ja, we moeten door ook. De waarde van het wilsterflappen zit hem in het jarenlang monitoren en vastleggen van veranderingen bij de goudplevieren. Nu er steeds minder wilsterflappers zijn, dreigt dit langlopende onderzoek in gevaar te komen. Je kunt je niet voorstellen hoeveel dat scheelt als je zo'n kleed hier hebt staan waar je achter zit, zie je er één. Ja. Ik hoor hem ook. Daar zo tegen de zon in. Ik hoor hem. Ja, hij wil hier niet komen. Nee? Nee, hij gaat al weg. Nee, maar ik hoor hem. Kijk, daar zit ook van alles in de lucht. Ja, ja. Ja, daar komt ie. Pas op het snoer. Hij zit bij de verkeerde groepje. Ja, hij moet bij die andere, dat komt wel. Ja zeg, hij zit erin. Goh ja. Je laat wel gelijk de truc zien, zeg. Dan hopen we maar dat het direct één is. Ja, ja, gaan we er gelijk heen? De goudplevier komt bij ons nu alleen nog voor als trekvogel. Sinds de jaren dertig broedt ie hier niet meer, maar de hoop is dat hij terugkomt. Ringen. Jonge vogel. Ja, hoe zie je dat? Nou, als we nog een oude vangen, dan kunnen we de kunnen het wel laten zien. Je ziet hier dus die pennen, die zijn allemaal gelijksoortig. Deze en andere zit er meestal versleten tussen en helemaal bleek zijn, dan is de kleur bijna uit. Nou, dit is een jonge vogel. Ja oke. Kijk, het net wordt weer gespannen. Ja, eigenlijk in een minuutje. Nou, jullie zijn wel een rap stel zeg. Kijk dan krijgen ze een ringetje. Dus vleugellengte, kop, snavel, gewicht. Leeftijd. Leeftijd. Ringetje eromheen. 192. Wat een mooie tekening is het ook. Hij heet niet voor niks Goudplevier. Ja, dat is vanwege die kleur, die goudkleur. Lekker opvetten en daarna naar naar het zuiden.