Gorilla's behoren tot de mensapen. Van alle dieren lijken de mensapen het meest op de mens. Onderzoekers denken dat de gorilla en de mens afstammen van dezelfde voorouder.
Het uiterlijk en gedrag van de mensaap lijkt wel een beetje op die van de mens. Ze hebben bijvoorbeeld geen staart, kunnen rechtop staan en ze besteden heel veel tijd aan de opvoeding van hun jongen.
Er zijn vier soorten mensapen: de chimpansee, de bonobo, de orang-oetan en de gorilla. Een gorillaman kan wel 200 kilo wegen. Als een volwassen gorillaman rechtop staat, kan hij een lengte van twee meter bereiken. Gorillamannen hebben een grote bult op hun kop waardoor ze er nog indrukwekkender uitzien.
Gorilla's leven in groepen. Eén mannetje is de baas in de groep. De haren op zijn rug zijn zilvergrijs; hij wordt daarom ook wel 'zilverrug' genoemd. De zilverrug leeft samen met een aantal vrouwtjes, zijn 'harem', en hij is meestal de vader van alle jongen in zijn groep. De borst-roffel is een onderdeel van de taal van gorilla's. Ze gebruiken het roffelen als ze bang, boos of geschrokken zijn, maar ook bij spel en als opschepperij en uitdaging.
Gorilla's eten bladeren, stengels, wortels, schors en vruchten. Omdat gorilla's zo zwaar zijn blijven ze het liefst op de grond. Hierdoor krijgen ze maar weinig rijpe vruchten te pakken: die hangen meestal hoog in de bomen. Om al dat plantaardige voedsel goed te kunnen verteren hebben gorilla's een lang en ingewikkeld darmsysteem. Daarom hebben gezonde gorilla's altijd een dikke buik!