In Fort Zeelandia vinden we het antwoord op de vraag...
hoe al die bevolkingsgroepen in Suriname terecht zijn gekomen.
Wauw.
Fort Zeelandia is een belangrijke plek in de Surinaamse geschiedenis.
Wauw.
Wat een uitzicht.
Zo'n 500 jaar geleden kwamen de eerste Europeanen aan in Suriname.
Ze kwamen omdat 't verhaal ging dat het hier het El Dorado was:
Dat je het goud hier van de grond kon oprapen...
en dat hier een koning woonde die baadde in goud.
En? Nee. Niks van waar? Niets van waar!
Maar wat ze wel aantroffen, was een schitterend land.
En de eerste bewoners, de indianen, die hier al waren.
Uiteindelijk zijn er meer Europeanen gekomen.
We hebben hier eerst de Fransen gehad.
Daarna kregen we de Engelsen, en daarna de Nederlanders.
De Nederlanders bleven.
Die dachten: geen goud, dan stoppen we zelf wat in de grond.
Die begonnen koffie-, suiker- en katoenplantages.
Maar ze hadden wel mensen nodig om op de plantages te werken.
Want de indianen waren niet zo sterk.
Dus hebben ze slaven uit Afrika gehaald.
Die slaven kwamen ook weer via deze rivier het land binnen.
Miljoenen slaven werden over de oceaan vervoerd...
en op markten verkocht aan rijke plantagehouders.
De slaven werden gedwongen op tabaksplantages...
suikerrietplantages en koffieplantages te werken.
Ze hadden geen rechten, geen enkele vrijheid.
Slaven waren eigendom van de plantagehouder.
Van de Nederlanders wordt gezegd dat zij de wreedste slavenmeesters waren.
Veel slaven op hun plantages vluchtten als ze de kans kregen.
Maar als ze dan gepakt werden, werden ze naar het fort gebracht.
En dan werden ze hier gestraft.
Gelukkig kwam aan de afschuwelijke tijd van de slavernij een einde.
150 jaar geleden vochten de slaven zich vrij.
Een standbeeld herinnert aan hun vrijheidsstrijd.
Bart, dit is Kwakoe.
Kwakoe? Ja.
Kwakoe is het symbool van de slaven die vrij werden op 1 juli 1863...
bijna 150 jaar geleden.
Zie je de ketenen?
In Suriname zeggen we: 'keti koti', 'de ketenen zijn gesneden'.
Vrijheid. En daarom staat hij zo: Hier ben ik. Dit ben ik.
Kwakoe heeft niet echt bestaan, maar hij is het symbool...
van de strijd die is gevoerd.
SLAVENLIED
In het centrum van Paramaribo herinneren veel dingen...
aan de tijd dat de Nederlanders in Suriname de baas waren.
De witte houten huizen zijn typisch Nederlands...
maar ook sommige straatnamen.
Korte Kerkstraat, Noorderkerkstraat, Heerenstraat, Watermolenstraat, Oude Hofstraat.
Er is nog iets wat herinnert aan de tijd dat de Nederlanders hier de baas waren.
En dat is dit Presidentieel Paleis.
Vroeger woonde hier de gouverneur uit Nederland.
Maar in 1975 is Suriname onafhankelijk geworden.
Ongeveer 40 jaar geleden.
Toen werden we baas in eigen huis.
Dat wordt nog elk jaar gevierd op 25 november, Onafhankelijkheidsdag.
Dat vieren we allemaal, alle bevolkingsgroepen.
GEJUICH EN VUURWERK
Jij wilde een typisch Surinaams gerecht eten.Heel graag.
Maar intussen weet je dat we geen typisch Surinaamse gerechten hebben!
Vanwege al die culturen. Dus heb ik dit voor je bedacht!
Oke, we beginnen met iets wat je zeker niet kent.
Dat is de heri heri, van de mensen uit het binnenland.
Oke.Nu krijg je een stukje hindoestaanse kerriekip.
En een stukje roti.
En ook nog een sateetje.
Is deze bami van de Chinezen of van de Javanen?
Van de Javanen. Die is iets dikker.
Moksi alesi van de creoolse keuken.
En dan hebben we nog wat dim sum-hapjes van de Chinees.
Nou, nu heb je een bord vol.
Ik heb nu gewoon heel Suriname op m'n bord liggen!
Zo simpel is dat. Smakelijk eten. Eet smakelijk.
In het Surinaams zeggen we: nyan switi.
Nyan switi?M-hm. Eet smakelijk!