Gemiddeld geven consumenten per jaar in Nederland zo'n 268 miljard uit aan goederen en diensten. Dat is bijna de helft van het nationaal inkomen. Bijna 83 miljard wordt besteed in winkels, op de markt en bij postorder- en internetbedrijven. Hoe kiezen we waar we al dat geld aan uitgeven? Waar kunnen we terecht voor goed advies en hoe kunnen wij als consumenten ons laten informeren? Dat is niet gemakkelijk.
Er is tegenwoordig zoveel keuze. Hoe weet je nou welke telefoon voor jou de beste is? Er zijn er tientallen. Keuzestress.
Er zijn veel verschillende instanties die de consument kunnen helpen bij het maken van de juiste keuze. Op internet vind je allerlei sites die je helpen en informeren over je nieuwe aankoop. Sinds 1953 is er de ‘Consumentenbond’. Deze is opgericht om als consument sterker te staan tegen machtige producenten.
“Zo'n vergelijking kun je thuis nooit maken want wie koopt er nou 10 of 12 broodroosters om te kijken of…'”
Door samen op te treden is de consument machtiger dan in zijn eentje. Die macht die je samen hebt, noemen we ook wel ‘consumerpower’.
Sandra de Jong, Consumentenbond:
“We testen heel breed. Dat kan zijn de eerste indruk, bijvoorbeeld als er net een mobiele telefoon op de markt is dan proberen we die zo snel mogelijk in handen te hebben om te testen hoe die werkt. Dus onze eigen bevindingen daarover uit te zetten. We testen ook in vergelijking met anderen, dus bijvoorbeeld testen we hoe vaak zo'n apparaat kan stuiteren zonder kapot te gaan. Dat doen we dan wel in laboratoria meestal of bij andere testcentra. En we testen ook bijvoorbeeld auto's en dan, of elektrische fietsen. En dat is behoorlijk duur, dat kunnen we als organisatie niet betalen in ons eentje. Dus dat doen we samen met zusterorganisaties in een internationale test doen we dat. Dus dan maken we met z'n allen een pot geld bij elkaar om van dit soort dure testen te kunnen uitvoeren. We hebben nog steeds dagelijks meldingen van mensen die zeggen ja dit klopt niet of wat ik nou toch tegengekomen ben. Dat blijf je houden. Waar het vroeger bij elkaar komen was en werd er ook veel meer gedemonstreerd natuurlijk, als je het over de ‘sixties’ hebt daarin dus men liet zich op die wijze heel erg samen zien. En nu laat men zich met name op social media samen horen. Facebook, Twitter zijn natuurlijk heel erg machtig, mensen komen daarop samen. Dus de ‘consumerpower’ is sneller daarin. Ook vluchtiger vaak, want op Twitter meestal als je iets niet doorzet binnen een bepaald aantal uren dan is er alweer een ander onderwerp dat ‘trending topic’ is geworden.
We moeten soms voor bepaalde rechten van consumenten onwijs lang vechten. 20 jaar is echt niet raar dat je echt moet blijven vechten om iets bij de industrie dan wel in de Tweede Kamer dan wel op andere wijze erdoor te krijgen. Ze zijn bijvoorbeeld meer dan 20 jaar bezig geweest met collectieve schadevergoedingen. Wat betekent dat we straks als je, heel veel mensen die een kleine schade hebben, bijvoorbeeld door kartelvorming weet je, prijsafspraken die gemaakt zijn door verschillende producenten en al die mensen zijn voor kleine bedragen allemaal benadeeld. Die bedrijven krijgen dan altijd een hele grote boete. En die boete die gaat dan meestal naar toezichthouders maar niet meer naar die consumenten, die juist teveel betaald hebben voor die producten. We hebben gestreden voor het recht om namens die consumenten rechtszaken te mogen voeren zodat het geld ook dat ze te veel betaald hebben of wat ze, die benadeeld zijn, dat het terug gaat naar die consumenten. Daar zijn we heel lang zijn we daar mee bezig geweest, heel lang voor gevochten, maar het gaat hoop ik dit jaar dan toch eindelijk gebeuren.