Deze dieren kom je in Nederland niet tegen, maar je in Zuid-Europa kun je ze wel zien. Het zijn cicaden.
Dit vrouwtje klimt in een boom om eieren te leggen. Ze heeft een geschikt plekje gevonden. Ze moet alleen nog een gaatje in de tak boren. Dat doet ze met een legboor. Dat is het donkere uitsteeksel aan haar achterlijf. De legboor gebruikt ze ook om eitjes te leggen.
Hier is de legboor getekend. De eitjes zijn al in het takje verstopt. En hier zie je het doorgesneden takje vol eitjes. Na een poosje komen er kleine beestjes uit de eieren. Het zijn de larven van cicaden. Zoals altijd bij insecten lijken de pas uitgekomen larven helemaal niet op de ouders.
Een larve laat zich vallen en graaft zich snel in. Ze graaft gangen onder de grond op zoek naar plantenwortels. Een larve zuigt sap uit de wortels. Dat is voor planten niet zo best. Maar de cicadenlarve groeit er goed van. Jarenlang leeft een larve onder de grond. Als de gang te nauw is wordt er gegraven. Als het voedsel op is, zoekt zij nieuwe wortels.
Jaren geleden is deze larve uit het ei gekropen. Zij is flink gegroeid en klaar om het ondergrondse leven vaarwel te zeggen. Het kostte moeite maar eindelijk is zij boven de grond. Zij probeert hogerop te komen. Eerst een boom, dan een tak en nog hoger gaat zij. Tenslotte komt hij bij dit dunne twijgje. Hij hecht zich vast en verstart helemaal.
Dood is ze zeker niet. De laatste vervelling is begonnen. De larvenhuid barst open en er komt een volwassen cicade tevoorschijn. Hij ziet er nog niet zo best uit. De vleugels zijn helemaal verfrommeld en de kleur is veel te licht. Dat verandert snel. De vleugels worden opgepompt en drogen. Even later gaat de volwassen cicade op zoek naar een partner.