Toen Christoph laatst naar een voetbalwedstrijd keek viel hem iets op. De banen op het veld, die heb je vast wel eens gezien. Overal banen. Maar hoe komen die daar? Hoe doen ze dat? Dat wilde Christoph ook wel eens weten. Op naar het stadion!
Hier in Leverkusen zijn ze nieuw gras aan het leggen. Een gloednieuwe grasmat. Geef het een beetje water. Geen baan te zien. Laat het nog even groeien. Maar nog steeds geen banen. Word je zenuwachtig, Christoph? Aha, er gebeurt iets! Zijn er banen aan het ontstaan? Inderdaad! De banen worden steeds zichtbaarder. Christoph wil het iets beter gaan bekijken.
En daar zijn ze dan: meneer Schmitz en zijn grasmaaier, die de strepen maken. Om te laten zien wat het geheim van de banen is, verwijdert meneer Schmitz het voorste gedeelte van de machine, dat meestal dient om het gemaaide gras op te vangen. Het achterste rolwiel is een spilmes dat snijdt als een schaar. Het kleine rolwiel vóór zorgt dat het mes op de juiste hoogte blijft. Achter is er nog een rolwiel dat het gras plet. Oké, we zijn klaar, meneer Schmitz. Vóór hebben we het spilmes met het kleine rolwiel waarmee de lengte van het gras wordt bepaald. En achter het rolwiel dat het gras plet. Meneer Schmitz heeft twee assistenten: Josef Meulen en Habib Ben Slimane. Ze spannen een koord over het veld om te zorgen dat de banen recht worden. Overal waar een kleine, witte markering is. Mooi strak. Alles oké? Goed. Als meneer Schmitz het koord volgt, worden de banen recht. En kijk: We kunnen al zien waar hij gemaaid heeft. En waar het rolwiel het gras heeft geplet. Vlak langs het koord. En wat gaat meneer Schmitz doen als hij terugrijdt? Het koord volgen natuurlijk. Maar hij heeft ook nog eens een heel systeem: Om één brede baan te maken moet hij drie keer rijden. De ene kant op is het licht en de andere kant op donker. Heen licht, terug donker. Heen licht, terug donker. In het midden laat hij een strook open en die doet hij als hij terugrijdt. Nog een keer: heen licht. Terug donker. Heen licht en terug door het midden. Zo gaat het. Heel slim!
Dank u wel, meneer Schmitz. Maar waarom zijn sommige banen licht en andere donker? De lichte banen zijn de platte grassprietjes waarvan de lange zijde naar de zon gericht is. Tussen de sprietjes is het donkerder. Wij hebben een model gebouwd met houten pennen in plaats van gras. De pennen waarvan de lange kant naar ons is gericht en naar de zon zijn licht, en de pennen waarvan de uiteinden naar ons zijn gericht lijken veel donkerder. En als we de pennen de andere kant op draaien krijg je precies het omgekeerde. En zo is het ook met de grassprietjes.
Je kunt het zelfs met je hand doen. Zo duidelijk als wat. Maar vergeet het niet weer in orde te maken, Christoph. Mooi! Nu weten we hoe een voetbalveld aan z’n banen komt. Nu hebben we alleen nog maar de lijnen nodig, en alles is klaar voor de grote wedstrijd!