Nederlanders zijn kaarten-gek. Nergens ter wereld worden zoveel kaarten verkocht als in ons landje. En die gekte begon al in de Gouden Eeuw, zo'n 400 jaar geleden. De Mooiste, de duurste en de dikste atlas ter wereld is de Nederlandse Atlas Maior uit 1662. Wereldberoemd en in die tijd een must have voor de rijken en bij de Universiteit van Amsterdam, daar ligt er eentje. Wauw! De hele wereld nou ja alle plekken die toen bekend waren in kaart gebracht in 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 11 delige atlas. Nooit eerder kon je thuis op de bank zo uitgebreid met de wereld kennismaken als met de Atlas Maior. Er werd zelfs een speciaal kastje omheen gebouwd, zodat iedereen kon zien dat jij zo'n bijzondere atlas in huis had. Hij kostte een vermogen en was dan ook alleen weggelegd voor de rijken. Deze bijzondere atlas wordt in de zeventiende eeuw in Amsterdam gemaakt door de familie Blaeu. Vader Willem Janszoon Blaeu begint, zijn zoon Johan helpt hem daarbij en maakt de atlas na de dood van zijn vader af. Ik ben nou wel heel benieuwd hoe de atlas ervan binnenuit ziet. Voorzichtig! Kijk, het is echt heel bijzonder. Hier, eerste deel des aardkloots beschrijving. Prachtig mooi opgemaakt, mooie letters en vooral hele mooie tekeningen zoals hier. Kijk, een plaatje van de hele wereld. Alles werd in die tijd met de hand ingekleurd. Bladzijde voor bladzijde. Wat een werk moet dat geweest zijn. Nu denk je misschien dat de familie Blaeu de hele wereld over reist met hun meetapparatuur om de boel eens goed in kaart te brengen. Nee, nee. Ze gebruikten gewoon bestaande kaarten en maakten die mooier. Atlassen maken in die tijd was niets meer dan de beste kaarten verzamelen, die mooier maken en zo nodig aanpassen. Maar de familie Blaeu maakt er wel echt iets bijzonders van. Naast kaarten zit er bijvoorbeeld ook veel informatie bij over een land. Neem nou Groenland. Dan kun je dingen vinden over de geschiedenis, over de religie, over de dieren die daar leven. En tekeningen in de atlassen van Blaeu, heel veel prachtige tekeningen. Neem nou deze van het Buitenhof in Den Haag. Blaeu voegde heel veel dingen toe en fleurde de boel prachtig op. En zo dacht Blaeu dat de mensen er in Afrika in die tijd uitzagen. Maar hoe kwamen ze nou aan die informatie zonder dat ze zelf ooit ergens heen gingen? Zowel Willem als Johan Blaeu spraken met wereldreizigers over de plekken die ze bezocht hadden. Wereldreizigers waren er in de zeventiende eeuw in Amsterdam natuurlijk meer dan genoeg. Er worden dus een hoop nieuwe landen ontdekt in die tijd, maar als deze atlas is 1662 op de markt komt, zijn er nog landen die nog niet zijn ontdekt. Welke gebieden mis je op deze wereldkaart? Bijvoorbeeld de Zuidpool? Die staan er nog niet op. En zo werd de wereld stukje bij beetje helemaal ontdekt. Ontdekkingsreizigers zagen voor het eerst van hun leven een krokodil in Afrika. Het was heel kort en ging heel snel en ze zagen hem ook niet helemaal. Teruggekomen in Amsterdam, vertelden ze hoe het dier er ongeveer uitzag. Groen! Lang, stekelig en heel gevaarlijk. Een tekenaar probeerde nu zo goed en zo kwaad als het kon het dier in beeld te brengen. Maar ja, heel goed lukte dat vaak niet. En dus zagen dieren er op de eerste kaarten er soms wat vreemd uit. Kijk, dit bijvoorbeeld is een kaart uit 1603. Hier hebben ze geprobeerd om walvissen te tekenen. Dit is een walrus. Het ziet er best wel gek uit, maar tegelijkertijd klopt het ook wel weer wel een beetje. Je kunt je voorstellen dat als je een walrus of een walvis heel kort zag dat je echt dacht dat die er zo uitzag. Er werd in die tijd steeds meer gereisd, dus ook steeds meer mensen zagen een walvis, een walrus of een dolfijn. En zo konden de tekeningen iedere keer weer worden aangepast. En zo werden de atlassen steeds mooier en beter, met als hoogtepunt de Atlas Maior van Blaeu. De wereld in kaart gebracht. In zijn meest uitgebreide en mooist denkbare uitvoering, heel bijzonder. Ik leg hem nu weer voorzichtig terug.