De Ramadan is voor moslims dé vastenmaand. Tussen de ochtendschemering en zonsondergang wordt er niets gegeten of gedronken. Pas als de avond is gevallen, mag het eten op tafel, en dat noemen we de iftar-maaltijd. Misschien eerst maar even rustig aan met wat dadels, en dan kan er straks eventueel altijd nog een balletje in de Tajine. We zullen zien. De islamitische en de westerse kalenders lopen niet gelijk, waardoor de vastenmaand bij ons geen vaste maand is. Dus als de ramadan in de zomer valt, duurt het vasten veel langer dan in de winter. Maar niet iedereen is verplicht zich te bedwingen. Kwetsbare groepen zoals, zwangere vrouwen, jonge kinderen en mensen met suikerziekte, die mogen wel eten. En je bordje leeg! Ramadan maakt deel uit van wat moslims 'de grote jihad' noemen: het gevecht
tegen het eigen ego. Zo train je je ziel om onafhankelijk te worden van het wereldse leven. En tijdens het vasten mag je ook nog eens niet roken, geen geslachtsgemeenschap hebben én niet liegen – en dus zeker niet liegen over die geslachtsgemeenschap en dat roken. En als je dan betrapt wordt, mag je ook nog eens niet vloeken. Grrrr... jammerdan. 't Is ramadan!