Aan de rivier de Vecht, tussen Amsterdam en Utrecht, zie je deze mooie, statige huizen staan. De één nog groter en mooier dan de andere. Sommige lijken wel paleizen. Vroeger waren dit de buitenhuizen van steenrijke kooplui. Ze zijn zo rijk geworden van de handel. Dat is in de Gouden Eeuw, zo'n vierhonderd jaar geleden. Zo oud zijn deze huizen dus. Wonen en werken doen de rijke kooplui in hun handelsstad Amsterdam. Ze wonen in grote panden aan de Amsterdamse grachten. Daar staan ook de pakhuizen, waar hun koopwaar wordt opgeslagen. Het is er een drukte van belang. Maar ook de rijke kooplui willen wel eens rust, weg van het drukke stadsleven. Daarom laten ze hier aan de Vecht een tweede huis bouwen. Op een mooie plek, natuurlijk. Hier kunnen ze genieten van de natuur, de stilte en de rust. Vanuit Amsterdam is het maar een dag reizen met de trekschuit. Ongeveer zeven uur varen en je bent er. Vooral in de zomer wordt er veel gebruik gemaakt van het buitenhuis. Het hele gezin verhuist mee, met bedienden. En echt alles gaat de trekschuit in: serviesgoed, kleding, boeken, tafels, stoelen... Niets of niemand wordt achtergelaten. Natuurlijk gaat ook de heer des huizes mee. Maar hij moet wel regelmatig terug naar de stad om zijn werk te doen… handelen, dus. De kooplui nodigen vaak gasten uit op hun buitenhuis. Vrienden en familie natuurlijk, maar ook schrijvers en kunstenaars. Iedereen is erg onder de indruk van al het moois en geniet met volle teugen. Er zijn gezellige feesten. En 's avonds zijn er chique diners en gala's. Vervelen? Dat is er niet bij. Om hun buitenhuis laten de kooplui prachtige tuinen aanleggen. Compleet met prieel, fonteinen, kanalen en zelfs doolhoven. Er worden boomgaarden en moestuinen aangelegd. In de vijvers worden vissen uitgezet. Aan alles is gedacht! Er komen steeds meer van zulke buitenhuizen. En ze worden steeds groter, de inrichting en de tuinen steeds luxer en mooier. Net weer iets groter en beter dan de buurman. Heel lang hebben de rijke Amsterdamse kooplieden van hun luxe buitenhuizen kunnen genieten. Maar als het slechter gaat en de welvaart in Nederland afneemt worden de buitenhuizen te duur. Zo'n luxe huis en zo'n grote tuin onderhouden kost natuurlijk erg veel geld en dat is er niet meer. De Amsterdamse kooplui moeten hun buitenhuis verkopen. Gelukkig worden ze niet afgebroken. Ze zijn er nu nog steeds. In de meeste buitenhuizen wonen nu geen gezinnen meer. Je vindt er kantoren van bedrijven. Sommige buitenhuizen zijn te huur voor een bruiloft of een feest. Als je de buitenhuizen bekijkt kun je je een voorstelling maken hoe rijk de bewoners vroeger waren... ongelooflijk rijk!