Mijn volgende gast is Brutus Bonk. Ja dag meneertje Opper de Pop. Fijn om aan dit tafeltje te mogen zitten. Nou, welkom meneertje Bonk. Huh? Meneertje? Noemt u mij nou meneertje? U noemde mij toch ook meneertje? Nou maar daar kan ik dus niks aan doen. De ziekte van tje. Ja, u heeft de ziekte van tje he, daarvoor zit ie namelijk aan tafel. Vertel. Als ik praat maak ik alles klein. Zelfs als ik het over iets heel groots heb, zie ik een heel hoog bergje dan zeg ik niet: he, kijk, een hele hoge...Maar dan zeg ik dus he kijk en een heel hoog bergje. U zegt bergje als u gewoon berg bedoelt. Ja, dat klopt als een busje. Wat vervelend. Nou en of Oppertje. Ik zeg alles in het klein, terwijl ik juist gek ben op grote dingetjes. Uitgestrekte oerwoudjes, gigantische olietankertjes, olifantjes, het heelalletje. Zo, da's pech zeg. Ja, en da's nog niet alles, want bij woordjes die klein moeten, doe ik dit dan weer niet. Oh, da's een beetje onhandig lijkt me. Het is vooral heel onhandig in de liefde. Oh ja? Ja. Een paar maandjes geleden bijvoorbeeld leerde ik een leuk meis kennen. Oh meisje. Dus ik nodig haar uit voor een eten. Tje. Ik ken een restaurantje waar ze ontzettend lekkere pofferts hebben. Heerlijk gegeten met als toet nog een ijs. Zo gezellig! Ik had vlindertjes in mijn buikje. Maar dat klinkt toch hartstikke goed? Dat zou je denken. Tot ik hoorde hoe ze heette. Maar. Maar? Maar wat maar? Oh, ze heette Maartje. Precies. En dat kan ik dus niet zeggen. Nee, en Maar wilde geen verkering met iemand die haar naampje niet uit kan spreken. Ik wil gewoon huis, boom, beest, Oppertje. Oppers, Oppers. Wij willen wel graag met Brutus uiteten. Wij vinden Brutus hartstikke leuk. Ja, sorry, het is niet de bedoeling dat mensen uit het publiek eh...Maar wie zijn wij? Wij passen perfect. Wij hebben ook een gekke ziekte. Wij hebben de ziekte van meer. Wij maken van alles meer, ook al is er maar één van. Zullen wij anders ook even aan de tafels komen zitten? Wat een leuk meiske, mag het Oppertje! Volgens mij passen we perfect bij elkaar. Het lijkt wel een sprook. Hoe heet u? Marjanne. Marjannetje. Marjanne? Nee nee nee, nee, nee. Nu vind ik het echt veel te ingewikkeld worden. Ik stel voor dat jullie lekker na de uitzending afspreken. We geven jullie wel onze telefoonnummers. Oh leuk! Dan gaan we naar een bioscoopje. Dank voor deze gesprekjes. Eh dit gesprek. Meneer Brutus. Veel plezier op date. Dank je Oppertje! En veel succes met het Boterhammetjes Showtje! Ja Brutus Bonk!