In het bergachtige zuiden van Frankrijk liggen uitgestrekte bosgebieden. Dit mediterrane bos bestaat uit steeneiken, kurkeiken en zeedennen. In het bos liggen ook schilderachtige, vredige dorpjes.
Maar in de droge zomer ontstaat een groot gevaar voor het bos. Er kunnen dan gemakkelijk bosbranden ontstaan. Een ontembare vuurzee verwoest grote delen van het bos en bedreigt de dorpen en boerderijen.
Meestal worden de branden aangestoken of ontstaan ze door onvoorzichtig gedrag. Bij een brand wordt er meteen alarm geslagen. De mensen proberen eerst zelf de brand te blussen, daarna komt de brandweer in actie. De strijd tegen het vuur wordt opgevoerd. Vanaf de grond en vanuit de lucht probeert de brandweer het vuur te bestrijden.
In 2003 verwoestte een bosbrand een groot deel van het bosgebied. De branden zijn geen ramp van de laatste tijd. In het verleden waren hier regelmatig grote bosbranden.
Om grote rampen te voorkomen houdt de brandweer het gebied goed in de gaten. Er worden maatregelen genomen om bosbranden te voorkomen.
Een bosbrand kan zich razendsnel verspreiden wanneer de bodem van het bos is begroeid of vol ligt met kreupelhout. In een opgeruimd bos kan het zich alleen via de boomtoppen verplaatsen, en dat gaat veel langzamer.
Ezels ruimen het kreupelhout op en grazen de grond in het bos kaal. Ook worden nu akkers en open plekken in het bos aangelegd. Dit moet voorkomen dat bosbranden zich snel kunnen verspreiden. Zo worden het bos en de mensen die hier leven beschermt tegen grote rampen.