Wie wil voor mij Moffel eens even…?
Ikke! Ikke!
Alsjeblieft Justin.
Dankjewel.
Wie van jullie is er met papa en mama wel eens in een supermarkt geweest? En wie kan mij vertellen wat je allemaal in een supermarkt kan kopen?
Kaas.
Kaas, heel goed. Piertje, weet jij ook wat je in de supermarkt kan kopen?
Ja.
Pier, vertel eens: wat kun je in de supermarkt kopen?
Vlees.
Vind jij vlees lekker, Piertje?
Ja.
Bloemkool.
Bloemkool, heel goed. En wie weet… Ja?
En eh champions.
Champions, heel goed.
Taart, chocoladetaart.
Chocoladetaart, dat is lekker!
Sultana’s.
Sultana’s, lekkere koekjes, goed zo!
Chocoladetaart.
Ook chocoladetaart, lekker hoor. Hé jongens, Moffel en Piertje hè gaan zo meteen lekker naar de supermarkt. Maar voordat je naar de supermarkt gaat moet je iets doen, wat moet je ook alweer doen? Wie weet dat?
Een wagentje meenemen.
Eva, wat is ook alweer…
En een boodschappenlijstje!
Dat vind ik een goed idee! Wij gaan een boodschappenlijstje maken, maar we gaan niet schrijven, want Moffel en Piertje kunnen nog niet zo goed lezen, dus we gaan iets anders doen. Wie weet wat we gaan doen met het boodschappenlijstje? Inti?
Dat.
Wat?
Dit doen.
Gaan we het knippen en plakken?
We hebben deze nodig.
Oh, boerenkool! Dat is lekker!
Ja.
Gaan jullie vanavond boerenkool eten?
Ja.
Dat is lekker.
Of banaan.
Ja, dat is ook heel gezond en ook lekker. En Piertje, dan mag jij het laatste uitzoeken: waar heb je zin in? Oh, lekker. Thijs, wil jij eventjes voor mij het boodschappenlijstje komen plakken?
Ja.
Dankjewel. Moffel en Piertje, dit is jullie boodschappenlijstje hè. Zullen we naar de winkel gaan?
Ja!
Kom maar. Moffel, zal ik jou het boodschappenlijstje geven?
Ja, natuurlijk.
Piertje, wil jij dan het karretje doen?
Nee, wij hebben andere groente hè.
Ja. Nee, deze twee.
Ja. Toe maar.
Dit is voor jou.
Een appel. Cola.
Sinas.
Appels. Eén keer groente. Hebben jullie wel geld bij je?
Ik heb wel geld.
Gelukkig, want het is samen precies 5 Euro.
Natuurlijk, hier.
Dankjewel Moffel, dat is 10 Euro, dan krijg je nog 5 Euro van me terug. Ik doe het weer even in jullie karretje. Dag Moffel en Piertje!
Dag.