Moffellll? Mof! Moffel! Moffellll? Eh ja Pier wat is er? Moffel ik heb het zo warm! Wat? Ik heb het zooooo warm. O o hmm o ja, ja ja ik heb wel wat pff pff pff en en helpt dat. Nee Moffel nee. Wat zouden Moffel en Piertje kunnen doen? Naar de ijscoman. Dat ze naar huis gaan en dat ze dan iets kouds aan doen. Iets koud aan doen! Minder kleren, ja dat vind ik ook een goeie om minder warm te krijgen. Een broodje dat net in de vriezer heeft gezeten. Een koud broodje! Dat vind ik een goeie. Naar het strand in het water. Dat vind ik een goeie Hanna? Vind ik een heel goed idee van jouw. Eens even kijken, ehmm Moffel naar het strand wat moeten we dan allemaal meenemen. Ja, dat weet ik niet. Zullen we de kinderen weer eens vragen. Ja, dat vind ik een goed idee Moffel. Schelpen. Om in de zand te spelen. Maar je kan ook een bal meenemen. Ja, welke handdoek is voor Moffel. Deze, waarom. Omdat hij een jongen is, ja en dan heeft hij de blauwe. De blauwe doe maar om zijn nek. Goed zo. En welke is dan voor Piertje? Deze, waarom. Omdat hij roze is. Ze is een meisje, ze heeft een roze doe ook maar om haar nek. Gaan ze lekker naar het strand. De zonnebril gaat mee naar het strand, dat kunnen ze opdoen als de zon te vel schijnt. Deze doen we in de tas. Nou, de bal is een beetje te groot om in de tas te doen. Dus dat moet Moffel maar vast houden. De emmer en het schepje gaat ook mee naar het strand. Finn mag ik jouw Moffel geven, kom eens even hier. Lotje mag ik jouw Piertje geven. Zullen wij spelen dat jullie naar het strand gaan? Zullen we dat eens proberen.? Ja! Wij hebben natuurlijk stand dingen nodig. Ik heb een handdoek nodig, ik ga lekker zwemmen. Dat is een goed idee Pier. Want dan krijg je het ook minder warm. Alsjeblieft. Zwemmen. Hallo, zijn kop is wat dikker dan de bril. Hallo. Hallo Moffel en Piertje. Wat moeten we nou allemaal meenemen. Ja maar, daar zijn we al geweest.