Besluitvorming in de Europese Unie is complex en niet altijd voor iedereen goed te volgen. Hoe komt Groenlinks Europarlementariër Bas Eijckhout aan de nodige informatie? De kennis krijg ik heel vaak van belangengroepen. Die worden vaak lobbyisten genoemd. In Nederland klinkt dat heel negatief - een lobbyist - alsof dat iemand is die is geheimzinnigs te verkopen heeft. Dat is over het algemeen niet zo. Wat een lobbyist doet is zijn eigen deelbelang vertellen. Ik vind het dus fijn om lobbyisten op alle fronten te spreken. Dus ik spreek dierenwelzijn organisaties die daar natuurlijk voor het dierenbelang zitten, maar ik spreek ook met de cosmeticafabrikanten, omdat ik wil weten waar hun verzet zit.
Ik ben heel vaak in Brussel om te vergaderen, we hebben natuurlijk een Europese koepelorganisatie. En contact met de politiek ben je alleen als er iets op de agenda staat, dus als er iets over dierproeven staat of nano-technologie wat nu heel erg ter discussie staat. Dan zoeken we weer contact met politici.
Je legt contact op allerlei niveaus, niet alleen met politici, maar ook met ambtenaren daarachter met staf erachter. Dus als je hoort dat er wel eens wetgeving kan komen over bijvoorbeeld proefdieren dan is dat het moment waarop je vol moet insteken om op allerlei niveaus te zorgen dat je binnenkomt.
Ik als groene zal eerder geneigd zijn om natuurlijk te volgen wat de dierenorganisatie mij vertelt. Maar ik wil wel weten wat de cosmeticabedrijven mij vertellen en als zij hele terechte bezwaren hebben dan vind ik dat ik daar wat mee moet doen. De informatie krijg je bijna altijd wel van heel veel verschillende lobbyisten.
Het is voor politici niet eenvoudig te doorgronden wat het midden- en kleinbedrijf hier in Nederland opereert, wie zijn producten maakt en verkoopt en welke keuzes hij moet maken. Moet je politici wel uitleggen wat de invloed is van de regels die ze bedenken op een klein bedrijf die daar straks mee aan de slag moeten, ook iets mee kunnen. Moet kunnen uitvoeren en gecontroleerd worden. Je zorgt dat je op het moment dat men kennis van je nodig heeft, dus die kennis gaat brengen zodat de ambtenaren en personeelsleden heel goed geïnformeerd zijn. Maar op gezette tijden moet je ook zorgen dat je in het parlement bent en dat je bij allerlei werkgroepen bent zodat je stem, van wij zijn dan wel zo mooi heet 'niet overheidsorganisatie -NGO' en dat je die maatschappelijke stem laat horen en in ons geval op het gebied van dier en welzijn.
Soms moet je wat scherp zijn in je reacties zoals je veel lobbyverhalen krijgt waarvan je weet, hier klopt niet zo heel veel. Dus heb ik op een gegeven moment ook wel gezegd tegen de Nederlandse cosmeticavereniging: op een gegeven moment wordt het tijd dat jullie meer geld stoppen in innovatie in plaats van die lobbyisten om de cosmetica op een aap te smeren.
Dat zijn eigenlijk de interessantste gesprekken met de mensen die radicaal tegen dierenproeven van cosmetica zijn. Het leuke natuurlijk is, is dat Bas Eijckhout in zo'n gesprek onze standpunten natuurlijk wel begrijpt. Hij begrijpt ook dat ie ook veilig een deodorantroller wil gebruiken, z'n shampoo en tandpasta iedere dag wil gebruiken. En dat je daar lengte en jaren geen probleem mee wil. Maar uit principe kiezen zij ervoor dat cosmetica dierproefvrij moet zijn.
Je probeert altijd wel zoveel mogelijk te checken wat je hoort van de ene kant en dat je dat ook wel even aan de andere kant checkt. Dat is politiek toch?