Een kompas, dat gebruikt wordt bij navigatie, wijst altijd naar het noorden. Die naald wijst alleen niet naar de geografische Noordpool, maar naar de magnetische noordpool. Deze pool verschuift heel geleidelijk.
Wie zonder GPS een lange wandeltocht maakt in de ruige natuur, vertrouwt meestal blind op zijn kompas. Het pijltje wijst altijd naar het noorden. Wat je wellicht nog niet wist, is dat dit niet het echte noorden is. Er zijn namelijk twee noordpolen: de geografische Noordpool, ook wel het echte noorden, zie je op de wereldbol, namelijk het topje van de aardbol. De magnetische noordpool is waar je kompasnaald altijd naartoe wijst. Het is een krachtveld ergens ten noorden van Canada. Maar het magnetische noorden is altijd in beweging en verplaatst zich, dus jouw kompasnaald ook. Wat maakt het uit voor je navigatiesysteem, die heeft gewoon GPS toch? Klopt, alleen vertelt GPS je wat je positie op aarde is, maar niet welke kant je opgaat. Daarvoor gebruikt je navigatie nog altijd een kompas, ook in je telefoon zit er eentje. En om ervoor te zorgen dat alle kompassen de goede kant op wijzen, maken alle navigatiesystemen gebruik van het World Magnetic Model. Dit model corrigeert en voorspelt het verschil tussen het magnetische en het echte noorden. Normaal gesproken verschuift het magnetische noorden heel geleidelijk, zo'n 10 kilometer per jaar, en kunnen we 5 jaar lang voorspellen waar het noorden is. Nu gaat het dus extreem snel: 55 kilometer per jaar. En dus moet het model snel aangepast worden. Want van een beetje afwijking merk je nog niet zoveel, maar met de snellere afwijking zou je na ongeveer een uurtje vliegen, 1000 kilometer, al ongeveer 100 kilometer te ver naar het westen of het oosten uitkomen. Waarom verschuift de magnetische noordpool nou zo snel? Dat zit zo: de binnenste helft van de aarde bestaat uit een binnen- en buitenkern. De binnenkern is hard en bestaat uit ijzer en nikkel. De buitenkern is vloeibaar als stroop op je pannenkoek. Doordat de aarde draait, ontstaat er turbulentie in die vloeibare massa. Dat zorgt voor kolommen met draaikolken. En die zorgen er weer voor dat wij een magneetveld hebben. De uiteindes van die draaikolken zijn de magnetische Noord- en Zuidpool en die liggen bijna recht onder de geografische Noord- en Zuidpool. Het ligt dus allemaal dicht bij elkaar. Naast die draaikolk in de kolommen zit nog een vloeibare massa die een beetje de andere kant op beweegt. Die afwijkende beweging van die vloeibare massa heeft invloed op de magnetische stroming van de aarde. Dat bepaalt hoe het magneetveld zich beweegt. Deze magnetische stroming lijkt een beetje op een warme golfstroom in de oceanen. Het komt op gang boven Groenland, gaat dan versneld naar Canada, naar Siberië, en wordt dan weer langzamer. Door die versnelling schuift het magnetisch krachtveld altijd op. Normaal dus geleidelijk, nu extreem snel en dat komt door de afwijkingen in de stroming die veroorzaakt zijn door de vloeistof naast de kolommen binnen in de aarde.
Maar hoe die vloeistof dat precies doet. Dat zijn dingen die we nog niet begrijpen.