Uiteindelijk draait het voor alle partijen om 1 ding: Zoveel mogelijk stoelen krijgen in de Tweede Kamer. In totaal zijn er hier 150 stoelen. Zo'n stoel noem je een zetel. Hoe meer stemmen je krijgt, hoe groter je partij, hoe meer zetels in deze Tweede Kamer. Hier zit Emile Roemer van de SP. Die partij heeft 15 zetels in de Tweede Kamer. Hallo, hier Alexander Pechtold van D66. Goed voor 12 zetels. Jesse Klaver van GroenLinks, Buma van het CDA... En Geert Wilders van de PVV. De grootste partijen op dit moment zijn de Partij van de Arbeid, met 35 zetels...en de VVD, die heeft er 40. En als je de rest, groot en klein, daarbij optelt: 15, 13, 12, 12, 5, 4, 3, 2, 1, 8... is het precies 150. Intussen blundert en klungelt de minister door. Alle 150 politici van die verschillende partijen kunnen flink van mening verschillen. U mag snoeien wat u wilt, maar de tuin wordt er niet mooier op. De PvdA blijft gewoon zitten, terwijl Nederland schreeuwt om iets aan armoede onder kinderen te doen. Doe eens normaal, man. Wat 'ach'? 'Doe eens normaal, man'? Doe lekker zelf normaal! Echt, zo kunnen we niet werken. Politici zijn het dan vaak niet met elkaar eens. Maar als je wilt dat jouw plan wordt uitgevoerd, moet je samenwerken: Jij je zin en ik m'n zin. Want een plan of wet wordt in Nederland alleen goedgekeurd als meer dan de helft, 76 dus, het ermee eens is. En om die meerderheid van 76 zetels bij elkaar te krijgen moet je soms samenwerken met een partij die erg van jou verschilt. De verkiezingen zijn spannend: Welke partij krijgt straks zetels en hoeveel? Dat is de vraag. EEN ding is zeker. Veel mensen gaan op een andere partij stemmen dan 4 jaar geleden. Dus na de verkiezingen aankomende woensdag, ziet de Tweede Kamer er heel anders uit.