We gaan een surprise bedenken.
Op je lootje staat de naam van iemand uit je klas.
Schrijf die naam op en teken er een poppetje onder, het hoeft niet mooi te zijn.
Bedenk nu 3 leuke dingen die bij die persoon passen.
Kan hij bijvoorbeeld de juf goed nadoen, of goed sporten, of goed moppen vertellen en grapjes maken?
Kies één van de drie, bijvoorbeeld grapjes maken.
Je gaat dus een surprise en een gedicht maken voor je klasgenootje die goed is in grapjes maken.
Bedenk een paar woorden die te maken hebben met grapjes maken:
grap, mop, geintje, grapjas, heel goed, lachen, humor, lol, lolbroek.
Zit er een woord bij waar je iets van kan maken?
Ja! Lolbroek en grapjas!
Je kunt dus een lolbroek maken, of een grapjas.
Dichten is appeltje eitje.
Je zet gewoon wat klanken op een rijtje.
Op lolbroek rijmt koek, zoek of hoek.
Op mop rijmt kop, drop of sop.
Op grap rijmt klap, flap of snap.
Op lach mag, of zag.
Op lol drol, vol of knol.
Op pret met, pet or retteketet.
Ben je klaar? Dichten maar!
Klaas komt altijd grappig uit de hoek.
Hij is een echte lolbroek.
Onze buikpijn van het lachen is zijn schuld, want we lachen ons een bult.
Dat vinden we leuk en fijn, want er kan er maar 1 de grappigste zijn.
Daarom krijg je een broek voor de lol.
Kijk er maar gauw in, hij zit goed vol!
Groeten, Sint & Piet.
Cadeau erin, mooi gedicht erbij en… Hoppatee!