Kee wil weten hoe nieuw land wordt gemaakt. Samen met boswachter André gaat ze met Tess kijken bij de bouw van nieuwe eilanden in het Markermeer.
Kee, ik heb twee kaarten van de provincie Flevoland meegenomen. Aan ons de taak om de verschillen te zoeken. Ik zie hier eilandjes en hier niet. Die eilandjes hebben iets te maken met jouw vraag. Ja. Wat is jouw vraag? Hoe wordt nieuw land gemaakt? Kijk, daar ligt de snijkopzuiger. De Edax. En die bouwt voor ons nieuw land in het Markermeer. Ah. Cool? Cool he. Weet je hoe groot hij is? 100 meter lang. Echt? Ja. Andre, jij bent boswachter en we staan op een schip. Hoe zit dat? Wij bouwen nieuwe eilanden in het Markermeer. Daar heb je die snijkopzuiger voor nodig. Dat is belangrijk omdat jij boswachter bent op die eilanden? Wij maken een plek in het Markermeer waar vogels kunnen broeden. Waar vissen jongen kunnen krijgen en waar riet gaat groeien. Wij bouwen natuur. We begrijpen wie hij is, en nu gaan we de machine bekijken die eilanden maakt. Ja. Ben je er klaar voor? Ja. Oke, we springen aan boord! Hallo. Goed zo. Hier zit de kapitein. Die zuigt het slib van de grond. Deze machine snijdt het zand en slib van de bodem op. En spuit het door een hele lange leiding. En een aantal kilometers verderop komt het aan land. Zo maken wij nieuw land. Helemaal achter in zie je een enorme straal slib uit de buis komen. Zie je dat daar in de verte? Ja. Maar zuig je dan geen dieren op? Nee, dieren zuigen wij niet op. Maar we hebben wel kans dat we oude botresten tegen komen. En oude slagtanden, die hebben we wel al gevonden. Is het niet milieuvervuilend met al deze apparaten op het water? Het is wel milieuvervuilend, maar we maken ook weer iets heel moois voor de natuur. Maar dat doet hij dus eigenlijk. Die zuigt het op. Met knopjes. Wil jij het eens proberen? Ja! Ik zal de boorkop ophalen om hem te laten zien. En als je echt wil zien hoe groot hij is, moet je naar voren lopen. Dit is die grote zuigkop die onder in de winput ronddraait. In de grote tanden die erop zitten, die slaan het los. En daarachter zit een stofzuiger die het opzuigt. Zie je hoe groot de tanden zijn. Ja, net van een dinosaurus! Net een dinosaurus, ja. En is dat dan het slib? Ja, dat spuiten we dus door die leiding en dat komt dan ergens anders weer terecht. Lekker klimmen, he. KEE HIJGT Ja, lekker klimmen. Oke. Kijk eens daar, Kee. Daar komt het eruit. Hoeveel spuit er uit op een dag? Zo'n 3000 kuub per uur. Dat zijn ongeveer 166 vrachtwagens. Maar dit was dus eerst water. Dit was water. Als je die kant op kijkt, twee jaar geleden was het allemaal open water. En nu sta je op een eiland. Waarom een eiland, waarom kan dit niet gewoon water blijven? Eigenlijk is het Markermeer ziek. Met heel weinig vissen en geen plekken meer voor vogels om te broeden. Nu maken we eilanden, en daarmee maken we het Markermeer weer gezond. En kunnen hier veel vogels gaan broeden. Hoe kan het dat het Markermeer ziek is? Vroeger was het Markermeer de Zuiderzee, en stond open met de Noordzee en de Waddenzee. We hebben dijken gemaakt, en het is van zout water naar zoet water gegaan. En we hebben het kleiner gemaakt, maar met een stenen rand eromheen. En nu is dat water ongezond geworden. Het kan niet meer bij de zee, en wij zorgen dat water weer gezond wordt. Een soort ziekenhuisoperatie. Op de bodem van het Markermeer, wat vroeger die Zuiderzee was, dan leggen we een dijkje neer. Er staat vier meter hoog water, dus dat dijkje moet hoger zijn dan het omringende water. En als je dat nou goed neerlegt, dan vul je het binnen dat dijkje op met klei. Die klei vormen heel dun uit de buis, zag je en dat spoelt zo weg. Dus je maakt een ringdijkje van zand. En je vult het op met klei. En hier staat dan het water van het Markermeer, zo hoog. En als je dan strand wil, dan maak je er een mooi strand aan. Dan kunnen de mensen hier hun handdoekjes uitrollen, of jij, en dan loop je zo het water in, en ga je zwemmen. En aan de binnenkant hebben we een vogelparadijs. Ik vraag me iets af: Hier is eerst water, en daar zwemmen vissen. Wat gebeurt er met die vissen? Als we dit opvullen kan het altijd ergens ook weer weg. Want we willen het water niet vasthouden, alleen het slib. Dus als hier ook vissen zitten, kunnen ze er zo weer uit. Betekent nieuw land ook weer nieuw leven, want ik zie hier niks groeien. Zie je niks groeien? Nee. Ik ook niet, maar dat heeft een beetje tijd nodig. Want de duinen zijn nu nog kaal. Maar zullen we even heel snel over dit duintje heenlopen? Ja. Dan zie je het groeien. Kom op, naar boven! Moet je eens kijken! My god! Wauw, er is leven! Dit is het Duikeend, zo heet deze kijkhut. En die kleine zwarte stipjes zijn watervlooien. En watervlooien maken weer vissenvoer. En als je veel vissenvoer hebt, krijg je veel jonge vissen. En veel jonge vissen maakt veel vogelvoer. En dan is het weer helemaal rond.