10.000 van dit soort stembussen. Zo’n 14 miljoen stembiljetten. En 90.000 rode potloden. Die heb je allemaal nodig om verkiezingen te houden. Tom en Naomi zijn bezig met hun spreekbeurt over politiek. Een deel daarvan gaat over verkiezingen. In Nederland zijn er regelmatig verkiezingen, voor de Tweede Kamer bijvoorbeeld of voor de gemeenteraad. De kiezers bepalen dus met hun stem wie zij de beste partij of persoon vinden om hun volksvertegenwoordiger te zijn. Eigenlijk bepalen de mensen in het land dus met hun stem wat er moet gebeuren. Elke stem is even belangrijk. Je moet er dus op kunnen vertrouwen dat jouw stem ook echt meetelt. Tom en Naomi hebben mij gevraagd om uit te zoeken of de verkiezingen in Nederland altijd eerlijk gaan. Kan er ook vals worden gespeeld? Hallo, ik kom mijn stem uitbrengen. Dat kan. U mag dat daar doen. Daar? In dat hokje? Waarom? De stemming is geheim en niemand hoeft te weten op wie jij stemt, dat bepaal je zelf. En zo kan niemand me dwingen anders te stemmen. En niemand kan zien welk hokje ik rood maak.
Om de verkiezingen eerlijk te laten verlopen krijgt iedereen in het stemlokaal precies hetzelfde stembiljet. Verder mag iedere kiezer maar een keer stemmen en maar een hokje rood maken. De kiezer bepaalt zelf op wie hij zijn stem uitbrengt. Hij mag zijn stem absoluut niet weggeven of verkopen. Het stembiljet moet goed dichtgevouwen door de kiezer zelf in de stembus worden gedaan. De stembus is goed afgesloten en mag niet geopend worden. Dat gebeurt pas aan het einde van de dag. Dan worden de stemmen geteld. Het tellen van de stemmen gebeurt heel nauwkeurig. Al deze regels zijn er dus om de verkiezingen eerlijk te laten verlopen. Daarna volgt de verkiezingsuitslag. In het geval van de Tweede Kamerverkiezingen wordt bekend hoeveel zetels iedere partij heeft gewonnen. Er zijn 150 Tweede Kamerzetels te verdelen. In Nederland zijn er heel veel partijen met allemaal verschillende ideeën. Dat betekent dat meestal zelfs de winnende partij in haar eentje geen meerderheid krijgt. Ze moet dus gaan samenwerken met andere partijen. De winnende partij mag als eerste kijken, met wie ze wil gaan samenwerken om een regering te vormen. Samen vormen deze regeringspartijen een groep die de coalitie heet. De andere partijen die niet in de regering zitten vormen de oppositie.
He Pepijn, wat doe je hier? He jongens wat doen jullie hier nou? Ja ze zeiden dat je hier was, wat ben je aan het doen? Ik ben aan het stemmen. Op wie ben je aan het stemmen? Dat zeg ik niet, dat is namelijk geheim.