Ken jij Ranomi Kromowidjojo? Ja, natuurlijk ken ik Ranomi Kromowidjojo. Onze Nederlandse zwemtrots. Juist. Wereldkampioen in 2010, 2014 en in 2016 op de 50 meter vrije slag. En ze gaat deze race winnen, met overmacht goud voor Kromowidjojo. Ze traint ongeveer zes uur per dag. Maar ze wordt ook geholpen door de wetenschap. Hoe dan? Door hightech wetenschappelijk onderzoek. Waar denk je dat dat gebeurt? In een laboratorium? Nee, hier. Wat, hier? Op deze plek. Deze jongen wil heel erg goed kunnen zwemmen. En daar kan hij hulp bij gebruiken. We hebben een bijzonder zwembad. Daar zitten 25 onderwatercamera's in. We kunnen de start en het keerpunt precies meten, in 3D. Zo kunnen we iemand die al goed is nog beter maken. Dus je hebt een camera op de afsprong en dan kijk je hoe hij springt? Ja. Dat kan ik laten zien. Hier zie je Ranomi Kromowidjojo. Daar gaat ze naar voren, kijk. Nu gaat het erom in welke hoek ze precies het water ingaat. Als ze er op 23 graden vanaf gaat, is ze op het 10 meter-punt wel 0,2 seconden sneller dan als ze in 24 graden springt. Dus EEN graad verschil maakt alleen op de start al 0,2 seconden uit. Maakt dat zoveel uit? Ze was niet de snelste zwemster in de finale. Maar ze lag al zo ver voor na de start dat ze niet meer in te halen was. Dus met de juiste afsprong kun je kampioen worden? Ja. Met een juist begin kun je het verschil maken. Daar gaat het om, het maximale eruit halen. Ik ben wel benieuwd. Kan ik ook een meting krijgen? Een wetenschapper kijkt mee bij de trainingen. Die gaat je vandaag helpen om beter te worden, het is Marit van Dijk.
Hoi. Ehm, dit kan natuurlijk niet. Ik heb een andere zwembroek voor je. Met veel minder weerstand. En een badmuts voor op je hoofd. Die mag je even aantrekken. Moet ik dit zwembroekje aan? Ja. Gast, niet tegen de wetenschap ingaan. Trek aan! Denk op je afzet! Kom op, jongen. Even concentratie. Op uw plaatsen. Kom er maar uit, Yannick! Ja, eens kijken hoe je het hebt gedaan. Ja, hier gooi je alle energie weg. Ik ga heel hoog. Ja, je gaat heel hoog. Zo! Je duikt nog boven mijn uitzicht. Het is net alsof ik wil opstijgen. Ja, je ziet dus dat jij heel hoog springt. Dan val je helemaal plat naar beneden. Daardoor heb je hier veel weerstand. Ja. Je moet proberen om meer gestroomlijnd naar voren te springen zodat je met een voorwaartse snelheid het water inkomt, zodat je de snelheid van de start gebruikt. Dit ziet er goed uit. Ja, je gaat nu veel... Je ziet dat je iets omhoog gaat. Ja. Toch weer die neiging omhoog. Maar je zit al onder mijn hoofd. Ja, het is al een stuk beter. Je ziet al minder waterweerstand. Je bent veel vooruitgegaan in deze twee starts. Nou, het ging dus al iets beter. Maar morgen moet ik dus een triatlon gaan doen. Denken jullie dat ik daar klaar voor ben? Ik wist niet dat het een triatlon was. We zijn net begonnen met de start. Wat vind jij? Dat is wel pittig. Ja, maar kan hij zich qua talent meten met een Ranomi? Hij is gespierd, hij is explosief en sterk. Ja, Ranomi doet over zo'n baantje 24.05 seconden. Het lijkt me leuk om een keer tegen die tijd te racen. Kijken of jij van Ranomi kunt winnen. Ik tegen Ranomi? Een virtuele race tegen Ranomi? Ranomi racet als een atoombom. We gaan haar gewoon pakken. 24.05! Oke, I got this. Kom op, naar het blok! Laad je nog een keer op. Ranomi, I'll eat your heart out! Ben je er klaar voor? Klaar voor de start? 3, 2, 1...PIEP Daar ga je, kom op! Je start is goed, Yannick! Kom op, je zit op de helft! Je kan haar pakken, Yannick! Benen gebruiken! Je haalt het bijna! En stop de tijd. Dude! Raad even. 35, 40 seconden? Dude, je zit op 24.3! Wat!? 24.3! Nee, 37.7! Je bent 13 seconden langzamer dan Ranomi. Op 50 meter. Maar hij zwom niet slecht. Voor een niet-zwemmer. Een lange slag. Je bent wel een sportman. Ik ben ook een trotse coach. Ik ben niet zo snel als Ranomi. Maar ik ben wel iets sneller dan ik daarvoor was. Ja. Het is een mooi voorbeeld van hoe wetenschap en sport in elkaar haken. We hebben tegenwoordig snellere records, dat komt door betere training en betere techniek. Snellere banen, betere spullen, voeding en kleding. In 1908 stond het wereldrecord 1500 meter zwemmen op bijna 23 minuten. Nu staat het wereldrecord op 14,5 minuut. Wat dacht je van schaatsen. In 1893 was het wereldrecord op de 10 kilometer 20 minuten. Nu doet de huidige wereldkampioen dat een stuk sneller: in zo'n 12,5 minuut. Of hardlopen. De marathon. In 1908 stond het record nog op 2.55,18 uur. Dat is nu 2.02,57 uur. Dat scheelt bijna een uur!