Wist je dat vroeger bijna niemand de schilderijen van Vincent van Gogh mooi vond? Woezel en Pip krijgen samen met Nienke en Quinten les van Wijze Varen over Vincent van Gogh. En ze schilderen mooie portretten van elkaar.
Goedemorgen kinderen. Wijze Varen? Ja? Gaan we verven? Ja, we gaan schilderen. Schilderen? Joepie! Maar...eerst ga ik jullie iets vertellen... We moeten goed luisteren! ...over de kunstenaar Vincent van Gogh. Die meneer op het portret. Ooo. O. Die leefde meer dan 100 jaar geleden. Meer dan 100?Is hij zo oud? Dan is het echt een hele oude opa! Hahaha. Hoe oud is jouw opa? Dat weet ik niet. O, dat weet je niet. Mijn oudste oma, die is 92. Wauw! Een oma van 92! Dat is oud! En ze is nog steeds niet dood. Gelukkig maar. Gelukkig maar. Meneer Vincent leeft helaas niet meer. Maar toen hij leefde vond hij schilderen het allerleukste en allerbelangrijkste om te doen. Maar bijna niemand vond zijn schilderijen mooi. O?
En daarom was hij ook heel arm. Dat is zielig. Ja! Gelukkig vinden mensen tegenwoordig de schilderijen heel erg mooi. Quinten, heb jij wel eens een schilderij gezien van meneer Vincent? Wel op televisie. Op televisie? En Nienke? Heb jij wel eens een schilderij gezien van Vincent? Dat weet ik niet. Moet je op het bord kijken. Ik zie er nu wel een. O, daar! Dan hebben we er allemaal een gezien. Ja! Zeg eh... maar vroeger vonden mensen gewoon hele andere dingen mooi. Dat wat hij schilderde waren de mensen nog niet gewend. Vonden ze het gek dat hij met allemaal stippeltjes en streepjes schilderde? Juist! Ik vind het wel mooi, al die kleuren. Ik ook. En jij, Nienke?
Welke kleuren zie je hier allemaal? Eh... heel veel kleuren. Zit jouw lievelingskleur erbij? Ja. Waar dan? Blauw. En weet je wat ook mijn lievelingskleur is? Nee. Eh... turquoise blauw. Turquoise blauw! Ooo! Turquoise blauw. Zit dat er ook bij? Misschien een beetje in de lucht? En Quinten, wat is jouw lievelingskleur? Mijn lievelingskleur is...Blauw, blauw, blauw, blauw, blauw. Blauw. Ja! Hahahaha! Net als het bloesje van meneer Vincent. Zie je dat op het schilderij? En net als jou. Als wie? Als jou. He? O ja, ik ben ook blauw! Ik ben ook blauw. Meneer Vincents lievelingskleur was geel.Dat kun je wel zien. Kijk maar naar dat schilderij. Ja, met die bloemen. Die zijn helemaal geel. Dan had hij jou ook wel kunnen schilderen, Pip! Want ik ben ook geel! Niet op je halsband en je hartje. Nee. Wat kun je nog meer schilderen dat geel is, Quinten? Eh... je kan bloemen schilderen. Je kan blaadjes schilderen. Blaadjes? Gele blaadjes. Ja. O ja, tuurlijk. En de zon! De zon! Heel goed, Pip. Zeg, ik heb een heel goed idee. Jullie gaan elkaar natekenen. De ogen, de haren... Mag ik dan Woezel tekenen? Jazeker. Want ik vind blauw heel leuk. En Woezel, dan mag jij Pip tekenen. Ja, leuk, leuk, leuk! En Quinten dan? Ik ga Nienke tekenen. En ik ga Quinten tekenen. Wat een goed idee. Zullen we dan die dingen neerzetten? Hoe heten die? Dat is een ezel. He, een ezel? Hahaha. Hij heet zo omdat hij het doek waarop je tekent draagt. Zo, jongens en meisjes en hondjes. De tijd is om. Draai je schilderij maar om. Wacht even, hoor. Wauw! Prachtig! Kun je die van mij ook omdraaien? Heel mooi, Pip. Ja. Goed, he?Ja. En Quinten ook. Wat een prachtige schilderijen, zeg! En ik dan? En ik? En ik? En ik? Woezel! Dat lijkt toch helemaal niet! He? Ik ben toch niet groen en blauw en oranje? Ooo! Nou zeg! Blauw en rood zijn toevallig wel mijn lievelings. En weet je, Pip? Net als bij meneer Vincent. Vroeger vonden ze zijn schilderijen ook niet mooi. Hahaha! Je hebt helemaal gelijk, Woezel. Je maakt je schilderij zoals jij het mooi vindt. Anderen moeten er maar aan wennen en wie weet hangt hij over 100 jaar wel in je eigen museum! Het Woezel museum! Ja, ja, of het Quinten museum. Mogen wij er dan ook allemaal in hangen? Mag Nienke ook in het museum hangen. Jazeker. Dan hangen we die ook mooi op.