In 1889 gaat het niet goed met Vincent van Gogh. Maar in de inrichting waar hij is opgenomen in Saint-Rémy blijft hij schilderen. Hij maakt er onder andere zijn wereldberoemde Amandelbloesem, voor zijn pasgeboren neefje.
“Je kent me allang. Wereldberoemd ben ik. Maar ken je ook mijn verhaal?”
In het voorjaar van 1888 reist Vincent van Parijs naar Zuid-Frankrijk, waar hij zich verder wil ontwikkelen. Hij droomt ervan om een atelier te beginnen en na een paar maanden vindt hij daarvoor de perfecte plek: dit Gele Huis in Arles. Hij wil samenwerken met anderen nieuwe kunst maken: zoals hij het leven ziet en voelt. Maar die droom komt niet uit. Hij raakt verward, snijdt zijn eigen oor eraf. En belandt in een inrichting.
Vincent laat zich hier opnemen, in Saint-Rémy. Hij moet wennen aan het geschreeuw van de andere patiënten en noemt het zelfs een soort dierentuin. Hij is ziek maar blijft schilderen, hier vanuit deze kamer die hij als zijn atelier mag gebruiken…
“Door het venster met ijzeren tralies zie ik een korenveld met een muur eromheen. Daarboven zie ik ’s morgens de zon in zijn volle glorie opkomen.”
Daar ligt Arles, en daar de inrichting waar Vincent zit. Deze bergen vindt hij prachtig. Dat snap ik wel. Ze doen hem denken aan het Japan dat hij kent van de prenten die hij verzamelt sinds zijn tijd in Parijs.
“Waarde Theo, Aan de voet van de bergen, stond ik te werken en voelde me totaal eenzaam. Ik heb het toch afgemaakt, in donkere matte kleuren net als in het noorden…Dagenlang ben ik in de war geweest. Ze zeggen dat ik van de grond eet, zelfs mijn verf opeet. En dat de aanvallen zullen terugkomen.”
Vincent werkt door ‘als een schilderlocomotief’ zoals hij dat zelf noemt. Als hij te ziek is, en niet naar buiten mag, schildert hij prenten van werk van andere kunstenaars na. Telkens als het wat beter gaat mag hij buiten schilderen. Dan combineert hij kleuren tot een harmonie of juist een contrast. Met kleur laat hij gevoel zien. Zoals in dit schilderij. Het rood, de bibberige lijnen doen mij wel een beetje denken aan de onrust van al die zieken.
Terwijl andere kunstenaars meer naar hun eigen idee gaan schilderen blijft voor Vincent de werkelijkheid het belangrijkst. De natuur blijft zijn favoriete onderwerp. En hij heeft oog voor kleine dingen...Kijk eens hoe goed deze konijntjes met maar een paar verfstreken zijn neergezet…
Kijk eens door je wimpers…Hoor je de vogels…Voel je het voorjaar…
Vincent schildert deze wereldberoemde Amandelbloesem, voor zijn kleine neefje. Want er is goed nieuws uit Parijs: Theo is vader geworden! Hij noemt zijn zoon: Vincent Willem. Theo hoopt dat de kleine net zo vasthoudend wordt als zijn grote oom. Vincent voelt zich beter. Hij wil dichter bij Theo wonen. Daar gaat hij weer, terug naar het noorden, richting Parijs, naar Theo.