Het Waterlooplein was iets unieks, beschouw dat als het hart van de Joodse buurt. Het Waterlooplein in Amsterdam vormt het middelpunt, wat van oudsher de Joodse buurt wordt genoemd. In Amsterdam wonen voor 1940 nog zo'n tachtigduizend Joden. Maar wanneer de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, komt daar verandering in. Op 10 mei kwamen ze binnen geloof ik en toen stond er een heleboel NSB’ers, die stonden op het Waterlooplein met ‘Heil Hitler’. Dat zal ik nooit vergeten. Maar wij dachten: ‘Nou ja, zo erg… ’t is bezetting.’ Maar u werder niet bang van? Ja, onrustig. Ik was een jongen van 15 jaar en dan besef je al heel goed wat er aan de hand is. Maar je voelde toen al een beklemming opgekomen en je voelde iets van: ‘dat zit toch niet goed? Dat kan toch niet?’ Als kind zijnde heb je daar niet meteen iets mee te maken en ook geen er in. Wat op een gegeven moment wél gaat spelen, dat is, en dat gebeurde dus bij ons in de buurt, dat er dus groepen WA-mannen of -militairen in groene uniformen - waarvan je niet wist van dat ze de Grüne Polizei waren - door de straten gingen marcheren. Ze hebben toen een ‘Juden Viertel’ gemaakt, het Joodse kwartier, Joodse getto. Met borden. Dat betekende: wij mochten wel er uit, die er zelf woonden. En de mensen die hier wonen moesten zelf… Maar niet-Joden mochten niet naar binnen. Waarom niet? Ja, je gaat toch niet bij die rot Joden? Nee, dat doe je niet. En het Waterlooplein, daar gingen we toen niet mee naartoe. Want we moesten kijken dat we niet gepakt werden. Begrijp je? De meeste mensen bleven thuis. In februari 1941 lopen de spanningen in de Joodse buurt hoog op. De eerste razzia vindt plaats op 22 en 23 februari, wanneer 427 Joodse mannen worden afgevoerd. Als teken van verzet tegen de Razzia besluiten sommige Nederlanders om te gaan staken. De Februaristaking in 1941 is het grootste openlijke verzet tegen de Jodenvervolging in heel Europa. Communisten spelen een belangrijke rol. Een dag voor de staking komen ze in de Jordaan in Amsterdam bijeen om de actie te organiseren. Wat gebeurde hier? Hier riepen communisten de staking uit. Hier spraken ze de Amsterdammers toe van: ‘Jongens, staakt, staakt, staakt’ Hier stonden 250 man en daarna ging het als een ja, hoe zal ik het zeggen als een olievlek over de stad? Mijn vader werkte in Amsterdam Noord en die heeft daar de dag daarop de mensen toegesproken en zei: ‘Jongens, we gaan plat.’ Dat is denk ik ook waar dit plakkaat natuurlijk vooral om draait. Het staat er ook: ‘Leden van de toen verboden communistische partij.’ En vertelt uw vader daar ook over toen. Toen u klein was, vertelde hij wel eens over hoe dat toen ging? Nee. Ja, en het is nooit een heldenverhaal geweest. Ik bedoel, er werd niet gezegd: ‘Jongens, wat wij allemaal gedaan hebben in de oorlog…’ Nee, ze deden wat ze moesten doen: zich verzetten, staken, verzetten, het niet pikken. Dat hoor je te doen als goed Nederlander, als antifascisten. De Jodenvervolging die vijf jaar geleden in Amsterdam begon, had tot gevolg dat in vele bedrijven het werk werd neergelegd. Ter herdenking van deze staking vindt op het Waterlooplein in Amsterdam een bijeenkomst plaats waar Hare Majesteit de Koningin en tienduizenden landgenoten aanwezig zijn, als burgemeester De Boer het woord neemt. Majesteit, stakers van 1941,
Nooit is er in de geschiedenis een staking geweest om te protesteren tegen een pogrom en zeker niet in een bezet land. Dat is hier in Amsterdam en in de steden om Amsterdam heen gebeurd. De bevolking van Amsterdam was in het hart getroffen, door hetgeen zich hier op het Waterlooplein afspeelde. Bijeengedreven door de groene politie, geprovoceerd door de WA, werd een deel van onze Joodse bevolking opgepakt, naar Duitsland gevoerd om daar als levende mensen ten offer te vallen aan de experimenten van lieden die zich tot een cultuurvolk rekende. Mag ik u verzoeken in verband met het herdenken van de gevallenen enige ogenblikken volstrekte stilte in acht te nemen? Ik dank u. In het midden van de Joodse buurt staat een aandenken aan de Februaristaking. Aan de voet van de Dokwerker, een beeld van Andriessen. Het is het symbool van het verzet van de Amsterdammers tegen de fascistische overheersers. Het blijft een mooi beeld. Ja, als ik er nu sta en ik kijk ernaar, dan word ik er toch wel emotioneel van hoor. En vanwege uw vader? Ja, natuurlijk ook vanwege mijn familiegeschiedenis, maar ook gewoon waarvoor het staat. Hij staat voor een dappere stad, voor mensen die hun leven hebben gegeven. Nou, da's mooi.