De zon, iedere morgen komt hij op in het oosten en geeft ze ons warmte en licht. Zonder onze zon is leven op aarde niet mogelijk. Maar de zon is meer dan een warme vuurbal aan de hemel. Als we de zon van dichtbij bekijken, zien we dat de zon alles behalve een rustige ster is. De zon is een grote, onrustige bol vuur die constant in beweging is.
Die onrust wordt opgewekt binnen in de zon. In de kern is het verschrikkelijk heet, het wordt er zo’n 15 miljoen graden Celsius. Door die hitte zijn de stoffen waaruit de zon bestaat constant in beweging en ze reageren op elkaar. Bijvoorbeeld waterstofdeeltjes. Zij klonteren samen tot een nieuwe stof, helium. En bij de vorming van helium komt veel energie vrij. De energie baant zich heel snel een weg naar buiten, naar het oppervlak van de zon.
In de zon gebeurt dit de hele tijd, deeltjes in de zon bewegen constant door de zon heen. Sommige deeltjes bewegen snel, anderen bewegen langzaam. Er zitten deeltjes bij die zo snel bewegen dat ze buiten de zon terecht komen, ze schieten de ruimte in, op weg door het heelal.
Dit is de zonnewind en dit vindt voortdurend plaats Maar soms gaat de zon nog veel heftiger te keer. Dan stormt het op de zon. In één keer ontsnappen er dan heel veel zonnedeeltjes tegelijk. Dat wordt een zonnevlam genoemd.
Zo’n zonnevlam kan richting de aarde worden geslingerd. We kunnen dat niet zien, maar merken het wel. Mobiele telefoons, computers en televisies kunnen gaan storen . Ook satellieten kunnen er last van hebben, ze kunnen zelfs kapot gaan. Gelukkig gebeurt het niet vaak, maar als het gebeurt is het wel heel spectaculair!