De boekdrukkunst. Boeken hoefden niet langer te worden overgeschreven en werden daardoor een stuk goedkoper. Veel meer mensen dan voorheen konden dus boeken en daarmee kennis kopen, zoals de Bijbel in het Nederlands. Die bestond al langer, maar die werd nu voor het eerst in grote oplage gedrukt. Er is een groep die helemaal niets meer met de kerk te maken wil hebben. Een groep die niet gelooft in Maria of heiligen. Alleen in de Bijbel. Ze willen zich pas laten dopen als ze volwassen zijn en het verschil begrijpen tussen goed en kwaad. En zo krijgen ze ook hun naam: de wederdopers. Zij zijn de eerste protestanten van Nederland. In principe was het hele christendom gedoopt. Wat die wederdopers deden was een tweede doop, maar eigenlijk een overtreffende doop instellen. Als je je opnieuw liet doop als volwassene, dan scheidde je je letterlijk af van de bestaande katholieke kerk. Doodzonde. Tja, dat is zo'n belediging, voor die kerk die dan al vijftienhonderd jaar oud is. Stond de doodstraf op, stond de brandstapel op. Volgens de kerk zijn de wederdopers ketters die een gevaar vormen voor het ware geloof. Ze worden dan ook hard aangepakt. Bijbels in de volkstaal mogen niet meer worden gedrukt en gelezen. Het bezit ervan wordt verboden. En wie zich niet aan de instructies houdt, eindigt op de brandstapel. Ondanks het gevaar bleef het aantal wederdopers groeien omdat het aansloot bij een diep religieus gevoel. Mensen voelden zich aangetrokken door de eenvoudige leefregels, de saamhorigheid, maar vooral door de verwachting dat het einde van de wereld nabij was. Jezus kon ieder moment terugkeren op aarde en dan zouden alleen de ware gelovigen gered worden. De wederdopers deden dan ook hun uiterste best om zoveel mogelijk mensen te bekeren en dat zorgde voor een enorme toeloop. Zoals hier in Monnickendam, waar twee derde van de bevolking wederdopers zou zijn. Een echt broeinest van ketters dus, volgens de kerk. Net als in Hoorn en Edam, waar de wederdopers bijeenkwamen in huiskamers. En op het platteland van de Zaanstreek in West-Friesland hielden honderden wederdopers hun diensten in schuren. Alleen in Holland al zouden er minstens drieduizend wederdopers zijn, werd er beweerd. Maar de meesten zaten in Amsterdam. Daar heeft deze Jan Tripmaker voor gezorgd. Hij is begonnen als klompenmaker in Hoorn, maar nu is hij apostel van de wederdopers. Hij heeft honderden nieuwkomers gedoopt. En de schout van Amsterdam, die laat hem rustig zijn gang gaan. Wel waarschuwt hij apostel Jan dat hij wordt gezocht door de inquisitie. Dat is de rechtbank van de kerk, die ketters veroordeelt. Vanuit Brussel werden de zuidelijke en de noordelijke Nederlanden geregeerd, maar het was ook zo dat iedere stad z'n eigen regering had. De gehechtheid van de burgemeesters van Amsterdam met hun bevolking werd op geen enkele manier nagevoeld door de bestuurders in Brussel. Dus als een bestuurder in Brussel een inquisiteur afstuurt op Amsterdam want daar zijn geruchten dat er iets onbijbels wordt verkondigd, is de reactie van Amsterdamse burgemeesters heel erg vanuit de gemeenschap: blijf van onze burgers af. Kerkelijke rechters zijn speciaal naar Den Haag gestuurd om de ketters aan te pakken. Maar ze kunnen niemand vervolgen zolang de steden geen verdachten uitleveren. Jan Tripmaker is gewaarschuwd dat hij wordt gezocht en hij weet wat er met ketters gebeurt als ze worden gepakt. Hij had kunnen vluchten of onderduiken. Maar nee, hij besluit zich te melden, vooral omdat hij zich niet schuldig voelt en omdat hij bereid is te sterven voor zijn geloof. Net als Jezus Christus. Een ketter werd namelijk op een pijnbank gelegd en gemarteld, niet om hem te bekeren, maar om hem te redden. Hij moest het ketterse geloof afzweren en weer een vroom katholiek worden, anders eindigde hij op de brandstapel. En als dat lukte, en de ketter toonde berouw, dan werd hij onthoofd. Niemand had gedacht dat dat die gekke Tripmaker zichzelf zou gaan aangeven. Het is nog steeds vrij onbegrijpelijk, maar dat is wat geloofswaan met mensen kan doen. Ze denken ook dat ja, maar God staat achter me en God is onmetelijk, dus ik zal ook dit wel weer overleven. Nou, mooi niet dus.