Na zo'n week kamperen ben ik blij dat ik weer lekker naar huis kan. Daar heb ik het tenminste lekker warm en een afwasmachine. En andere apparaten die het vervelende werk doen. Goal! Lekker, lekker! Daar heb ik fatsoenlijk licht. En kan ik zo lang douchen als ik wil. Oost west, thuis best. Je zou het alleen niet verwachten, maar met die fijne, warme huizen waar we in wonen vragen we best veel van onze aarde. Hoe zit dat precies?
Om te leven, hebben we allemaal een stuk grond nodig. Ga maar na. Je groenten groeien op een stuk grond. Maar we hebben ook een stuk grond nodig om katoenplanten te laten groeien waarmee onze kleding gemaakt wordt. En de weides waar koeien grazen, voor melk en vlees. We noemen het stuk land dat één persoon elk jaar nodig heeft onze ecologische voetafdruk. En hier op de Floriade in Almere is te zien hoe groot de voetafdruk van de gemiddelde Nederlander is. Vijf hectare! Dat is best groot dus.
Ook dat lekkere, warme huis van ons is onderdeel van onze voetafdruk. Het stuk grond dat je nodig hebt om te wonen is groter dan alleen het stukje land waar je huis op staat. Dat komt omdat je superveel energie gebruikt in je huis voor verwarming en elektriciteit bijvoorbeeld. De meeste huizen in Nederland worden verwarmd met aardgas. Wat er in een verwarmingssysteem gebeurt kun je niet zien, maar het lijkt hierop. Met een vlam verbrand je het aardgas en dan krijg je vuur. En met dat vuur verwarm je het water dat in het verwarmingssysteem zit. En dan krijg je 'n lekker warm huis. Maar bij de verbranding van aardgas komt ook CO2 vrij. En die stof, CO2, komt in de lucht en warmt onze aarde op. En dat is iets wat we niet willen. Maar het bijzondere is: bomen kunnen die CO2 uit de lucht halen. Die groeien er juist van. Dus voor elk huis dat energie gebruikt en CO2 uitstoot, zijn er ook bomen nodig die CO2 weer opnemen. Een CO2-bos!
We verbruiken in Nederland alleen zoveel energie dat we elk jaar een stuk van 2,8 hectare aan bomen nodig hebben om alle CO2 op te nemen. Dat is zo'n groot stuk bos hier. En dat is maar voor één persoon! Dan heb ik het nog niet eens over alle andere mensen op aarde. Die ruimte hebben we niet op onze planeet.
Een belangrijke manier om de ecologische voetafdruk kleiner te maken is dus om minder energie te verbruiken als je bijvoorbeeld je huis verwarmt. Het is natuurlijk altijd goed om de apparaten uit te zetten als je ze niet gebruikt. Maar we kunnen moeilijk de hele dag in het donker en in de kou zitten. Wat vooral helpt is ervoor zorgen dat er zo min mogelijk warmte het huis verlaat waardoor er minder energie nodig is om het huis warm te houden. Lars! Dag Nizar. Hallo. Jij bent huizenfluisteraar. Dat klopt. En wij gaan op kierenjacht vandaag! Inderdaad. Kom binnen. Waar gaan we beginnen? We plaatsen eerst een ventilator in de deur. Met die ventilator gaan we de warme lucht uit het huis zuigen, zodat er tocht gaat ontstaan en koude lucht het huis instroomt. En dan kunnen we de kieren zien. Juist. Wat doet dat apparaatje? Dit laat zien waar het warm en koud is. Jij mag hem vasthouden. Kijk hoe vet! Jij bent warm! En mijn neus is koud! Ha! Kijk, hier is het koud. Hahaha, kijk, dit is de warmte van mijn billen. O ja. Zo, hier! Hier heb je een kier. Hier tocht 't. Lars, ik heb wat gevonden. Precies, bij de aansluiting van de deur. Daar zien we heel vaak lekkages. Kijk, kijk, kijk. Bij dat kattenluikje tocht het wel heel veel. En hier heb je volgens mij... Zo! Ja, hier voel je hem, hè? Het grote luchtlek van dit huis. Hier zie je het ook. Dat is het dak. Kijk eens hier, Nizar. Zo! Dat is de boosdoener. Een gat in het dak. Daar komt allemaal koude lucht naar binnen? Ja, heel veel. Er zitten dus heel veel gaten en kieren in 't huis, hebben we gezien. Ja, hartstikke zonde, want daardoor moet je extra veel energie verbruiken om het huis warm te houden. Wat kan je ertegen doen? Heel simpel: we gaan die gaten dichtmaken. We testen het nu met plakband en als dat helpt kun je bijvoorbeeld tochtstrips plaatsen. Even bevestigen. Een stuk minder blauw. Ja, dit is helemaal goed. En we zijn weer een stuk zuiniger.
Om ervoor te zorgen dat je in de winter toch een lekker warm huis hebt, kun je je huis laten isoleren. Stel, dit zijn drie huizen. Eentje laat ik niet isoleren. Eentje isoleer ik met mijn sok. Eentje isoleer ik met aluminiumfolie. Maar eerst ga ik de huizen verwarmen. Zo, de daken erop. En nu de isolatie. Mijn sokje. Hoppa. En nu wachten. Zo. Nu ga ik kijken welk materiaal het best isoleert en dat doe ik met deze thermometer. 58.7. Oké́. 62.2. 64.9. Zoals je ziet koelt het huis zonder isolatie het snelst af en is de warmte zo via de muren naar buiten gevlogen. En je ziet ook dat het ene materiaal beter isoleert dan het andere. Zo worden er dus met verschillende materialen huizen geïsoleerd. Als je je huis helemaal isoleert, de verwarming op 19 graden zet en alleen maar groene energie gebruikt, dan wordt je voetafdruk 10 procent kleiner dan wanneer je dat niet zou doen.
Een andere reden dat ons huis een groot stuk land gebruikt in onze voetafdruk is omdat we veel cement en andere bouwmaterialen gebruiken om ons huis te laten bouwen. Die materialen moeten gemaakt worden, maar kunnen meestal niet hergebruikt worden. Daarom worden er allemaal nieuwe ideeën bedacht om met andere materialen te bouwen. Materialen die je kunt hergebruiken. In dit huis is een verzameling van die nieuwe materialen te zien. Het is een blik op de toekomst van verschillende ontwerpers. Zo zouden huizen er over een aantal jaar uit kunnen zien. Deze bevat bijvoorbeeld geen cement maar bacteriën die de stenen aan elkaar geplakt houden. Hartstikke stevig en als je het muurtje wilt afbreken, kun je de stenen losmaken en heel makkelijk ergens opnieuw gebruiken. En deze muur is helemaal gemaakt van schimmels. Deze blokken zijn opgebouwd uit de draden van paddenstoelen. Die zijn gedroogd op bijvoorbeeld stro en dat ziet er dan zo uit. Het is perfect voor isolatie, maar het ziet er ook gewoon cool uit.
Hoi Marjanne. Hé, hallo! Wat ben je aan het doen? Ik ben platen aan het maken van zeewier om mee te kunnen bouwen. Bijvoorbeeld deze. Hier kun je mooie plafonds van maken. Gewoon zeewier uit de zee? Ja, zeewier uit de zee. Waarom zou je plafonds maken van zeewier? Zeewier groeit overal. Je kunt er heel schone, mooie materialen van maken om mee te bouwen. En het neemt tijdens de groei, net als bomen, ook nog CO2 op. Kijk, en dat is weer goed voor de ecologische voetafdruk. Precies. En hoe gaat het in zijn werk? Het begin met vers wier. Hier hebben we een hele bak vol verse wieren. Mag ik ook? Ja, graag. Even lekker wassen. Ooo, koud! Dan blijft het lekker vers. Oké́, oké́. En dan? We beginnen met het vermalen van het wier in kleinere stukjes. Die kunnen we bewerken in grote ketels. Zodat je uiteindelijk dit prutje krijgt. Ieuw! Lekker plakkerig, hè? Een soort prakje van zeewier. Je kunt 't hierna in 'n mal stoppen, verwarmen en dan persen tot mooie, harde platen om mee te bouwen.
Er zijn dus allemaal slimme oplossingen in de natuur te vinden om onze voetafdruk kleiner te maken.