Volgens sommige onderzoekers heeft criminaliteit vaak te maken met biologische kenmerken. Uit een onderzoek bleek dat kinderen die zich asociaal gedragen vaak een lagere hartslag hebben. Ze durven meer op het spel te zetten, maken zich minder druk over de gevolgen van hun daden en zijn niet bang voor straf. Een andere theorie is de aangeleerdgedragtheorie. Volgens de Amerikaanse geleerde Sutherland worden jongeren vaker crimineel door als ze veel omgaan met jongeren die dat al zijn. Ze worden crimineel door foute vrienden, foute familie of opgroeien in een foute buurt. En dan is er nog de anomietheorie. Als je in je leven niet bereikt wat je wilt, je haalt bijvoorbeeld je diploma’s niet en je hebt geen werk, dan ben je volgens deze theorie gevoeliger voor crimineel gedrag. De meeste onderzoekers gaan er vanuit dat er niet een theorie is. Crimineel gedrag komt door een optelsom van factoren.