Honden hechten zich aan mensen, en andersom. Dat komt omdat ze voor eten en een slaapplek afhankelijk zijn van de mens. Daarom sluiten ze vriendschap. En deze is zo blij om zijn baasje te zien als hij wordt opgehaald uit de crèche. En de wolf, die kijkt niet naar mensen om. Die regelt zijn eigen zaakjes. De wolf heeft de mens niet nodig. Hij is gewend om te knokken voor zijn voedsel. Hij is een echte doorzetter en moet slim zijn om aan voedsel te komen. Een hond is dat verleerd, zegt Zsofia. Om de verschillen tussen hond en wolf te laten zien, neemt Zsofia ons mee naar het laboratorium. In een kooi met stenen hebben ze een homp vlees gelegd. Eerst laten ze een hond binnen. Hij geeft het al snel op. Dat is met de wolf wel anders. Wat een power. Ik vraag Zsofia hoe het komt dat wolven veel sterker zijn dan honden. Zsofia legt uit dat de wolf langere poten, sterkere kaken en grotere tanden heeft. Zo overleeft hij in de natuur. Een wolf doet er alles aan om zijn doel te bereiken. De hond geeft al snel op. Zsofia laat ons nog EEN test zien. Het is een experiment om te kijken hoe honden en wolven een probleem oplossen. Wie is slimmer, de hond of de wolf? En wie heeft meer doorzettingsvermogen? Eerst is de hond aan de beurt. Hij geeft al snel op. Zoals Zsofia voorspelde. Hij kijkt naar zijn baasje voor hulp. Dat doen alle honden. Dan mag de wolf het proberen. Het is een tamme, maar met zijn instinct is niets mis. Hij gaat meteen aan de slag. Hij geeft niet op. Hij blijft proberen en kijkt nooit op voor hulp.