Achter mij staat het gebouw van de Tweede Kamer in Den Haag. Hier zitten de 150 volksvertegenwoordigers die zijn gekozen door het volk tijdens de Tweede Kamerverkiezingen. De 150 Kamerleden zijn lid van verschillende politieke partijen. Maar niet alle politieke partijen zitten in de regering. Wanneer een aantal politieke partijen willen samenwerken en een meerderheid vormen in de Tweede Kamer, kunnen ze een regering vormen, dat noem je een coalitie. De rest van de politieke partijen in de Tweede Kamer vormen de oppositie…
Elke vier jaar vinden er in Nederland Tweede Kamerverkiezingen plaats en soms ook tussendoor als een kabinet is gevallen. Hier doen allerlei verschillende politieke partijen aan mee. Zowel links als rechts: partijen met uiteenlopende opvattingen. Hoe meer stemmen een partij binnensleept tijdens de verkiezingen, hoe meer zetels ze bemachtigen in de Kamer. En omdat er zoveel partijen zijn in de Tweede Kamer, is het heel moeilijk voor één partij om de meerderheid aan zetels in de kamer te behalen. Daardoor moeten partijen die willen regeren samenwerken om zo een meerderheid te krijgen. Dat heet een coalitie. De partij die bij de verkiezingen de meeste zetels heeft gewonnen, mag de coalitie vorm gaan geven. Daarbij wordt er onderhandeld met de andere politieke partijen. Als die onderhandelingen lukken kunnen de samenwerkende partijen voor de komende vier jaar de regering vormen. Elke keer is het weer een hele puzzel om zo’n coalitie te vormen. Elke politieke partij heeft namelijk zijn eigen mening en standpunten en dat moet wel aansluiten bij de visie van andere partijen. Bij een coalitie werken minimaal twee partijen samen. Zolang ze samen maar een meerderheid in de Tweede Kamer vormen, dus meer dan 75 zetels. Daarnaast moeten de partijen het ook inhoudelijk met elkaar eens worden. Als dat lukt kan de coalitie worden gevormd en schrijven de coalitiepartijen het regeerakkoord. Hierin staan de plannen voor het bestuur van Nederland voor de komende vier jaar. De regering bestaande uit ministers en staatssecretarissen die de plannen gaan moeten uitvoeren. Zo presenteren ze zich samen met de koning aan het Nederlandse volk. De politieke partijen die niet meedoen aan de coalitie, vormen de oppositie. Zij regeren niet mee, maar dat betekent niet dat ze geen invloed hebben. Ze kunnen kritische vragen stellen en als ze genoeg steun vinden kunnen ze regeringsvoorstellen afkeuren of aanpassen. Maar de oppositie vormt meestal wel een minderheid in de kamer, waardoor het lastig is om het beleid van de regering te beïnvloeden.