Hoe zit het nou met Nederland en die 6 eilanden duizenden kilometers verderop? Dit is het Caribisch deel van het Koninkrijk uitgelegd.
Om de actualiteit te snappen moet je de geschiedenis kennen tussen dit deel... en dit deel van het koninkrijk. Het gaat om de zes eilanden Aruba, Bonaire en Curaçao - ABC - en Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten - SSS. Allemaal horen ze bij de eilandengroep de Antillen, onderverdeeld in de Grote Antillen met grote eilanden als Cuba en Jamaica en de Kleine Antillen, bestaande uit duizenden kleinere eilandjes met daarbovenin de SSS-eilanden en aan het einde van de staart, voor de kust van Venezuela, de ABC-eilanden. OK. En hoe werd dit ooit onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden? Daarvoor gaan we terug naar de Tachtigjarige Oorlog, begin 17e eeuw. Die oorlog tegen de Spaanse overheerser voerde Nederland niet alleen in Europa, maar ook overzees. Het Nederlandse bedrijf de West-Indische Compagnie, de tegenhanger van de Verenigde Oost-Indische Compagnie, verovert in de jaren 30 van de 17e eeuw ook Aruba, Bonaire en Curaçao op de Spanjaarden en neemt ook Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten in. Vooral Curaçao is belangrijk voor Nederland. Met zijn uitstekende haven krijgt Nederland in het Caribisch gebied een sleutelpositie in de internationale handel én de lucratieve en dubieuze kaapvaart. Eigenlijk een soort gedoogde piraterij onder de Nederlandse vlag. Denk aan Piet Hein. Zijn naam is klein, maar zijn daden benne groot. Hij heeft gewonnen, gewonnen, de zilvervloot.
Maar dit alles heeft een schaduwkant. De zwarte bladzijde uit de Nederlandse geschiedenis, want die kaapvaart en de handel in specerijen en grondstoffen leveren veel op. Maar de handel in mensen nog veel meer. Nederlanders brengen tot slaaf gemaakte Afrikanen naar Curaçao en verhandelen en verschepen ze weer naar bestemmingen in Midden- en Zuid-Amerika. Een klein deel blijft op Curaçao, van wie de afstammelingen nu de meerderheid vormen op het eiland. Als eind 18e eeuw de WIC failliet gaat, veranderen de eilanden van privaat bezit van een bedrijf in officiële Nederlandse koloniën waar de slavenhandel doorgaat. Het duurt tot 1 juli 1863 tot ook Nederland als één van de laatste landen in Europa stopt met slavernij, wat elk jaar op 1 juli wordt herdacht. In de jaren daarna zakt de economie van Curaçao in, maar veert weer helemaal op als begin 20e eeuw buurland Venezuela stuit op enorme oliereserves. Het Brits-Nederlandse oliebedrijf Shell speelt daar direct op in door een olieraffinaderij op Curaçao te vestigen, dat het eiland vooral in de jaren 40 en 50 heel veel oplevert. Zo meer daarover.
Eerst de naoorlogse dekolonisatie. De Europese grootmachten zijn door de Tweede Wereldoorlog compleet uitgeput en verliezen de macht over hun overzeese koloniën. Ook Nederland. Na acht jaar onderhandelen krijgen de zes eilanden in 1954 politieke autonomie, vastgelegd in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. Voortaan vormen de zes eilanden binnen het Koninkrijk samen één nieuw land, de Nederlandse Antillen. Even een paar feitjes. Samen zouden de eilanden ongeveer het IJsselmeer kunnen vullen. Bij elkaar opgeteld wonen op de eilanden 330.000 mensen, vergelijkbaar met de stad Utrecht, en ongeveer de helft daarvan woont op Curaçao. En er wonen ook nog 150.000 Antillianen hier in Nederland. De Nederlandse Antillen lijken wel een soort van dertiende provincie als je het zo ziet, maar staatkundig ligt het allemaal heel anders. De Nederlandse Antillen zijn autonoom, wat dus betekent dat ze zelf hun eigen regels en wetten bepalen.
"Het statuut verankert de zelfstandigheid van Suriname en de Nederlandse Antillen binnen het verband van het Koninkrijk."
Geen directe Nederlandse bemoeienis meer dus, op de eilanden. Of, nou ja... Als het in de jaren zestig met de economie bergafwaarts gaat en op 30 mei 1969, bekend als Trinta di Mei, hevige rellen uitbreken op Curaçao, verandert dat. Een staking van onderbetaalde werknemers van Shell mondt uit in een grote opstand van de achtergestelde zwarte bevolking. Nederlandse mariniers worden ingevlogen om op het eiland de orde te herstellen.
"Zij patrouilleren nu ook in dit deel van Willemstad, dat eruitziet alsof er een oorlog heeft gewoed." Economisch blijkt Curaçao Nederland toch wel echt nodig te hebben. Curaçao blijft weliswaar autonoom, maar op meerdere fronten worden de banden wel weer aangehaald. Bijvoorbeeld wat betreft samenwerking met Defensie, of in de vorm van het studiebeurzenbeleid vanuit Nederland, dat jonge Antillianen kansen biedt en nieuw opgerichte politieke partijen op Curaçao varen vanaf dan een andere koers.
"Het wachten is nu op de vorming van een nieuwe regering, die zal moeten trachten de vooral op 30 mei aan het licht getreden tegenstellingen op de Antillen op te heffen."
In de jaren daarna verandert er staatkundig nog meer in het koninkrijk. In 1986 krijgt Aruba een zogeheten status aparte en wordt binnen het koninkrijk een eigen land. En dan maken we een sprongetje naar 2004. In dat jaar kiezen ook Curaçao en Sint-Maarten voor het Aruba-scenario en vanaf 2010 zijn ook zij zelfstandige landen binnen het Koninkrijk met nauwe banden met Nederland. Die andere drie, de kleinere eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba, de BES-eilanden, worden geen zelfstandige landen, maar bijzondere gemeenten. Zij zijn vanaf dan dus echt onderdeel van Nederland, niet alleen van het Koninkrijk, maar ook staatkundig. Geleidelijk wordt daar ook de Nederlandse wet ingevoerd en de bewoners stemmen dus ook voor de Tweede Kamer en zelfs het Europees Parlement. Sinds 2010 bestaan de Nederlandse Antillen dus niet meer. En dan zijn we bij de huidige status van het Caribische deel van het Koninkrijk der Nederlanden beland, dat nu dus uit vier landen bestaat: Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Dat is allemaal aangepast in het Statuut.
Maar wat betekent die relatie dan voor nu? Dat de bijzondere gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba als officieel stukje Nederland, recht hebben op Nederlandse financiële staatssteun. En dat geldt niet automatisch voor Aruba, Sint-Maarten en Curaçao. Omdat dat autonome landen zijn. Dus wat dan? Nou, in dat statuut waar ik het over had, is afgesproken dat we elkaar onderling moeten helpen als dat nodig is. Staatssecretaris Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vindt dat dan ook vanzelfsprekend, maar hij zegt ook: voor wat, hoort wat.
"Tegelijkertijd vragen we ook van de landen in het belang van hun eigen inwoners om de komende jaren een aantal hervormingen door te voeren, omdat structureel de inkomsten niet in evenwicht zijn met de uitgaven."
En dat levert dus getouwtrek op. Want moet Nederland over z'n hart strijken en sneller over de brug komen met de acute hulp die nu nodig is op Curaçao, wil het eiland niet compleet instorten? Gilberto vindt van wel. Hij startte een petitie voor meer solidariteit vanuit Nederland. "Zeker in tijden van crisis is solidariteit erg hoognodig. Zeker op kleine eilanden die zo fragiel zijn. Wij hebben echt drastisch hulp nodig, nu, en niet volgende week of volgende maand. Help us."
Of is het logisch dat Nederland daar de nodige eisen tegenover stelt, met als doel om in de toekomst Curaçao economisch stabieler te maken? "Dat is toch niet onredelijk?" Je weet nu in ieder geval voortaan hoe de lijnen lopen tussen Nederland en het Caribische deel van het Koninkrijk. In de toekomst gaan we je nog veel vaker wegwijs maken in moeilijke onderwerpen.