Carnaval, waarom vieren we dat eigenlijk?
Bosschenaren lopen in hun boerenkiel over de markt, terwijl Maastrichtenaren de straten vullen in hun mooiste kostuums. Carnaval, of zoals ik in Limburg zou zeggen: vastelaovend. Eén feest dat op allerlei manieren wordt gevierd. Maar waar komen die verschillen eigenlijk vandaan?
In Nederland vieren we twee soorten carnaval: het Rijnlands carnaval en het Bourgondisch carnaval.
Het Rijnlands carnaval komt uit Keulen. Daar dreef de bevolking elk jaar de spot met de Pruisische overheerser.
Eén man kreeg de taak om verkleed als keizer door de stad te trekken en zo de echte baas voor gek te zetten. Precies: Prins Carnaval.
Het carnaval wat we in Limburg en Oost-Brabant vieren komt daar vandaan.
In Den Bosch, Eindhoven en Tilburg... Oh wacht, in Oeteldonk, Lampegat en Kruikenstad vieren ze het Bourgondisch carnaval. Daar draait het veel meer om het omdraaien van de sociale verhoudingen, zodat het volk onder leiding van, daar is-ie weer, Prins Carnaval, voor heel even de baas is van de stad.
Maar als we echt diep de geschiedenis induiken, dan zien we dat carnavalsachtige feesten van alle tijden zijn.
De Romeinen, Egyptenaren en Germanen: elk volk vierde zijn eigen feestje, met dezelfde ingrediënten: gekkigheid, spot en veel drank en eten.
In 1091 zetten de Katholieken het op hun kalender.
Ze koppelden het aan hun vastentijd. Daarom heet carnaval in Limburg vastelaovend, de avond voor het vasten begint.
Ook de naam carnaval komt waarschijnlijk uit die periode. 'Carne vale' betekent vaarwel vlees, omdat de tijdens het vasten geen vlees aten. En dat doen sommigen nog steeds.
Protestanten splitsten zich in de 16e eeuw af van de Katholieken en lieten ook carnaval voor wat het was. Ze vonden het eet- en drankfestijn te losbandig.
Kan die tuba heel even ophouden? Dankjewel.
Maar wie denkt dat ze alleen in het katholieke Zuiden carnaval vieren, die heeft het mis.
Een groep Oldenzalers bracht het feest na de Tweede Wereldoorlog naar Twente, een Limburgse lerares introduceerde het feest in Barger-Compascuum, bij Emmen, en een verdwaald plukje Katholieken bracht het feest naar het Groningse Kloosterburen.
Maar of je nu boven of onder de rivieren woont, verkleed bent of niet, vrij bent of moet werken: houdoe en alaaf.