Joep, wat is je vraag? Wat doen ze met slangengif? Nee. Hee, brrr. Ik heb wat eten voor de slangen. Jij gaat me assisteren, of niet? Ja. Ha Walter. Jij bent Walter, toch? Ik ben Walter. Tess, aangenaam. Dag Joep, Walter. Dit is niet ons maal toch? Dit is voor de slangen. Helemaal goed. En die lange vinger? Ook. Als jij het bord vasthoudt, ik kan niet alles tegelijk vasthouden. Ben je oke, Joep? Ik heb kotsneigingen. Mijn God! Is het hok nu open? Pas op he. Hij staat op je te wachten hoor. Dat is wel... Even geduld hebben. Is het wel eens misgegaan? Nee hoor. Nog nooit? Normaal gesproken vangt hij bij voorkeur levende dieren. Vaak de gewonde of zieke. Die kan hij makkelijk pakken. Dan spuiten ze gif erin, dat verspreidt zich door het lichaam. En heeft hij een mooie gelijkmatige vertering. We hebben nog een lekkere rat, twee schattige muisjes en nootjes. Zullen we die aan de bovenbuurman geven? Dit is een giftige cobra. Hij weet het nu al. Een cobra? Ja. Die pakt gewoon een volle rat. Hij heeft hem. Dat ging snel he. Gelukkig zijn slangen doof. Al die onzin die je vertelt snappen ze toch niet. Lekker. Dat meen je! Wij mensen melken niet alleen koeien, geiten, schapen of duiven. We melken ook slangen. Slangengif wordt gemolken om bijvoorbeeld een antigif tegen een slangenbeet te ontwikkelen. Maar Walter melkt om andere redenen. Ik ga hem uit z'n bak halen. Ik heb een vrij lange stok. Iedereen in het bereik van de stok moet naar achteren. Ik kan per ongeluk je gebit eruit stoten met de stok. Ik ben gevaarlijker dan de slang. Hij is dik. Deze slangen hebben last van hoogtevrees, daarom houdt hij zich vast. Ik wil niet dichtbij staan. Vind je het een klein beetje spannend? Ja. Mag ik het bekertje van jullie? Ja. En nu ga je melken? Ja. TESS SLAAKT ANGSTKREET Rustig blijven. Je ziet een heel klein beetje gif lopen. Ja. Onderin het bekertje. Dit is genoeg om een paar mensen te doden. Het is dus best krachtig. Het lijkt net plas. Het ruikt naar plas? Nee het lijkt. Dat gif is een heel erg krachtig spul. Er gebeurt heel veel in je lichaam en als je daar bepaalde stoffen uithaalt, dan kunnen er ook positieve dingen gebeuren. Bijvoorbeeld dat het pijn stilt of kankergezwellen remt. Of helpt bij diabetes. Er zijn heel veel dingetjes waarbij gif zou kunnen helpen. En de universiteit van Leiden doet er onderzoek naar. Oke, het slangengif even in de stikstof... Wat zwaar. En op naar Leiden. Hier onderzoekt professor Michael of het slangengif ook als geneesmiddel kan werken. Hallo. Slangengif. Fantastisch! Alsjeblieft. Dank je wel. Jullie moeten witte jassen aan. Je wilt geen gif op je huid. En je wilt ook geen gif in je ogen, dus we dragen oogbeschermers. Het is vloeibaar stikstof. Heel koud. Hier zit dat slangengif in. Dus we gaan nu, even voor de duidelijkheid, van de vloeistof poeder maken. Ja, precies. Net als oploskoffie. Dat is ook gevriesdroogd. Hoppekee. Wat gaan jullie ervan maken van dat poeder? Dit gaat in een poeder. Dan neem ik het poeder mee naar het lab om te zien of er antibiotica in zit. Dat is simpel. Ja. Dus jullie gaan hier antibiotica van maken. Precies. Alles gaat over antibiotica. Om bacteriën dood te maken. Waarom gebruiken jullie gif daarvoor? Gif is heel weinig onderzocht. We vinden heel veel interessante nieuwe stoffen. En geen bacterie is resistent tegen die stoffen. Dus het is een hele belangrijke bron vinden wij, voor nieuwe antibiotica. Veel belovend. Waar werd antibiotica vroeger dan van gemaakt? Uit schimmels. Net als penicilline. Penicilline is van een schimmel gemaakt. Ken je dat? Alexander Fleming had dat per ongeluk ontdekt. Precies. Oke, een whizzkid. Nice. Hoezo weet jij er zoveel van? Ik heb m'n werkstuk in groep 7 erover gedaan. Toen heb ik alles uitgezocht. Over? Penicilline. Dat meen je! Ja. Dat klinkt onlogisch, de meeste doen het over voetbal of paarden. En jij dacht: Even iets anders. Ja. Waar komt dat vandaan dan? We hadden een doos met allemaal kaarten en ik deed gewoon zo. Dit is m'n onderzoeksvraag. Dit is ons bacterie-lab. Neem maar plaats. Het slangengif wordt getest. Dat doen ze door een klein beetje gif bij een bacterie te stoppen. Dan gaat het in de koelkast En dan moet je even wachten. Als het gif blauw kleurt heeft het de bacterie gedood. Als het roze is leeft de bacterie nog. Let's see. Je houdt het spannend. Voorzichtig. Daar is hij blauw. Yes! Yes! Yes! Yes! We zijn uitvinders. Oke dan! Yes! We hebben slangengif. Bam! We hebben nu antibiotica. Dat is toch hoe simpel het kan zijn? Nee, sorry. Er zitten 200 verschillende stoffen in slangengif. Je wilt maar EEN werkzame stof vinden en verzilveren. Oke, dus het is nog een zoektocht. Tegen die tijd loop ik er al zo bij. Met een kromme rug. Het was wel een mooi moment. Ik voelde echt even het enthousiasme van een professor, toch? Dan zou ik eureka moeten roepen. Nog een keer eureka dan. Eureka! Eureka!