Ha, dat gaat snel man! -Jaha. Dat heeft van alles te maken met jouw vraag, toch? -Ja. Want? Wat is jouw vraag? Wat doet een official tijdens een race? Geen idee. We gaan het uitzoeken. Welkom allemaal. Op de tweede dag van de DNRT Racedays. Het programma bestaat uit vier kwalificaties en 12 races vandaag. We hebben vandaag Bram en Jesse. Die beginnen straks op race control. Ik heb mijn verhaaltje gehad. Bij vragen hoor ik het graag. Bram en Jesse zijn op het circuit van Zandvoort. Hier worden verschillende races gereden. Bij elke race zijn er officials, oftewel marshalls aanwezig. Zij zijn verantwoordelijk voor de veiligheid... en kijken of de auto's zich aan de regels houden. Straks wagen nummer 2. Vandaag zijn er dat zo'n 80 in totaal. Als 16 vrij is gekomen... Goedemorgen. -Hallo. -Waar zijn we hier? We zien hier het raceparcours. We zijn eigenlijk de ogen en oren voor de heren achter ons. Wij kunnen zoals je kunt zien alle baanposten en de hele baan overzien. Je hebt allemaal van die huisjes langs de baan staan met oranje mannetjes. Dat zijn de officials. Die houden hun stukje van de baan in de gaten. -Ja. Zoals je nu hoort, kunnen we met iedere baanpost praten via de radio. Als er iets in een baanvak gebeurt, geven zij aan ons door: Ik heb een auto die geswingd is. Een auto die stilstaat. Dan gaan wij kijken: oke... Moeten wij wat gaan doen? Wat moeten we dan doen? -Ja. Moeten we de training stoppen of stoppen met rijden? Of kunnen we doorgaan en sturen we een auto? Jullie hebben met al die huisjes contact? -Ja. -Jij ook met allemaal? Met alle huisjes heb ik contact. Jullie zijn eigenlijk gewoon de ogen van de baan. Jullie zien alles. Kunnen alles. Horen alles. Ik zeg altijd: Wij zijn de ogen en de oren van de wedstrijdleiding. En ook een beetje de mond, want jullie communiceren het ook weer. -Ja. Eigenlijk zijn jullie het gezicht. -Haha, ja. Top, het gezicht van de officials. En we zijn er. -Hallo. De race is nu gestart. -Ja. Die komt zo op volle snelheid hier voorbij. -Ja. We hebben EEN woord, dat is heilig. Bukken. Dan gaat iedereen op de grond liggen. Hoe belangrijk is het om zo gefocust te blijven? Heel belangrijk. Want als er een auto hier in de muur gaat... of er gebeurt iets... moeten wij direct reageren. De rijders vertrouwen erop dat wij hen informeren... over wat er op de baan gebeurt. Ze zien het zelf ook. Maar als ze een helm op hebben, kunnen ze niet heel ver naar links en rechts kijken. Hun visie is heel klein, dus wij vertellen wat er gebeurt. En daarvoor heeft de offical verschillende kleuren vlaggen... waarmee hij de rijders kan informeren. Dat gedeelte van de baan tot het huisje daarboven, dat is post 7. -Ja. Dat is ons baanvak. -Oke. Als hier een auto spint, een auto staat op de baan of naast de baan, dan tonen wij de gele vlag. Dan weten de rijders: oppassen, want er ligt iets wat er niet hoort. We hebben ook de witte vlag. Die gebruiken we als een langzame auto in ons baanvak rijdt of een dienstvoertuig. Dienstvoertuigen zijn rescue-auto's, takelwagens, ambulances. We hoorden via de portofoon dat er straks een rescue-voertuig bij ons langskomt. Bram, ready? Op de goede plek? -Ja. -Oke. -Yes. Let's go. Zo. Die is afgevoerd. Door naar de volgende race. De marshalls houden niet alleen de baan goed in de gaten... maar controleren ook de bestuurders in de pitstraat. -Wow. -Wat een auto's. We zijn dus nu in de pitstraat. -Ja, dat klopt. Zijn er nog regels in de pitstraat? Jaha. Dat klopt. Dit is de fast lane. Ze mogen maar 20 km per uur hier. -In dit? Niet harder. En wat gebeurt er dan precies hier in de pitstraat? Nou, ze houden pitstops. -Ja. En ze gaan tanken. En eh... banden wisselen. Bandenspanning meten. -Ja. En dat gaan wij dan allemaal controleren. Wat gaan we doen eigenlijk? -We gaan de snelheid meten. Dit is de snelheidsmeter. -Hoe werkt dat? Nou... hier kun je de snelheid zien. -Ja. Als je op het knopje drukt, gaat hij snelheid meten. Als er een auto aankomt, dan ziet ie hoe hard hij gaat. Als hij te hard gaat, moeten we een rapport schrijven. Ze gaan veel te hard.
Boete. Ook een boete. -Boete. Laten we eens eh... wat boetes gaan uitschrijven. -Yes. Dit moet hier? Top. -Het rapportje. Ja, houd jij maar vast. Hier zag ik een pen liggen. Haha. Ja. En dan schrijf je op: Wat de tijd is. -Ja. Welke auto's. Dat waren ze allemaal. Waar moeten we dit inleveren? -Bij het hoofd van de pitstraat. Die brengt het naar de wedstrijdleiding. Kom maar kijken. Je ziet de auto al aankomen, die witte. Die moet je als eerste afvlaggen. -Ja. -Zie je hem? Hij kwam hard voorbij he? -Ja. De eerstvolgende auto is voor jou. Hang maar uit. Als ie voorbij gaat, ga je zwaaien. -Yes. -Zwaai maar. Heb je er wat van opgestoken? -Zeker weten. Zeker weten? -Ja.