Op dit soort bijeenkomsten wordt ieder jaar het slavernijverleden van Nederland herdacht. Maar ook zijn er bijvoorbeeld optochten door de stad. Deze kinderen uit Amsterdam liepen vorig jaar mee. Ik vind het heel goed dat het ook erkend wordt wat Keti Koti is en dat wij het ook meekrijgen. Want ja, zo krijg je toch een stukje van de geschiedenis mee. De dag heet dus Keti Koti. Dat betekent het verbreken van de ketenen. Daarmee worden de kettingen bedoeld waarmee tot slaaf gemaakte mensen werden vastgehouden. Vanaf de zeventiende eeuw gingen Nederlanders, net als andere Europeanen, naar landen in Afrika. Daar stopten ze mensen in hun schepen en vervoerde hen naar andere landen, bijvoorbeeld naar Suriname en de eilanden in het Caribisch gebied waar Nederland toen de baas speelde. Daar werden ze mishandeld en gedwongen om keihard te werken op plantages. De witte handelaren verdienden er veel geld mee. De mensen die moesten werken kregen niets. Ze waren tot slaaf gemaakt. Ze werden slecht behandeld en kregen zware straffen. En veel van hen kwamen om het leven. Nederland deed meer dan 200 jaar aan slavenhandel. Op 1 juli 1863 werd het afgeschaft. Toch moesten tot slaaf gemaakten nog tien jaar gedwongen doorwerken. 1 juli is de dag van Keti Koti. Maar waarom wordt het dit jaar zo groot gevierd? Nou, dat komt omdat het dit jaar 150 jaar geleden is dat de slavernij is afgeschaft. Een jubileumjaar.