Vlees wordt gemaakt van dieren. In vroeger tijden werd dat klusje opgeknapt door de slager. Zijn werkweek begon op maandag met het slachten van de dieren. Op dinsdag werden de karkassen uitgebeend, en opgedeeld in karbonades en riblapjes. Bij dat snijwerk bleef er altijd wat restvlees over. Dat ging dan op woensdag de gehaktmolen in en werd verkocht als gehakt. Terwijl het dus eigenlijk ‘gemalen’ was, maar dat terzijde.
In 1949 werd er een prijsvraag uitgeschreven om een slogan te bedenken voor het Nederlandse slagersvak. De winnaar bedacht de korte, pakkende zin woensdag, Gehaktdag en won daarmee maar liefst 25 gulden. In de jaren ’60 werd de slogan opgepikt door de reclamewereld, en daarom is woensdag, gehaktdag ook vandaag de dag nog een begrip. Bij de slager en de kiloknaller wordt tegenwoordig elke dag van de week gehakt gemaakt en verkocht. Maar op woensdag het meest! Want dat is gehaktdag.
Zelfs in de Tweede kamer is woensdag gehaktdag. Niet in de kantine, maar in de kamer zelf, op de derde gehaktdag van mei. Dan wordt het financiële beheer van de regering geëvalueerd, en krijgt de oppositie de kans om gehakt te maken van het beleid. En daar doen ook de vegetarische partijen vrolijk aan mee.