Als je deze jongen ziet dan denk je vast niet: die is heel erg nuttig. Helemaal niet als 'ie op je fruit rondhangt. Maar deze vlieg heeft al zeker 6 Nobelprijzen binnengesleept.
Dit is de Drosophila melanogaster. Je kent hem als de fruitvlieg. En die vlieg lijkt meer op jou dan je denkt.
Natuurlijk hebben wij geen vleugels en we hebben niet van die grote rode ogen zeg maar.
Mijn naam is Ody Sibon, ik ben hoogleraar celbiologie aan het UMCG. Ik gebruik de fruitvlieg om te onderzoeken hoe onze hersenen werken. Er zijn heel veel ziektes waarvan we nu weten wat er aan de hand is door het onderzoek aan de fruitvlieg.
De fruitvlieg is enorm belangrijk voor wetenschappelijk onderzoek. Dat is hij al sinds 1910.
Bioloog Thomas Hunt Morgan ontdekte dat genen erfelijk zijn dankzij deze vliegen.
Ja. En dan later zijn we erachter gekomen. Wacht eens even. Dat lijkt heel erg op de mens. Als je kijkt, het algemene bouwplan van de vlieg lijkt heel erg op dat van de mens. Ons DNA lijkt heel erg op dat van de vlieg. Vliegen hebben een mond, een hart, hersenen. Ze kunnen wat leren, ze vertonen best ingewikkeld gedrag, als je het goed bestudeert. Juist omdat die vlieg zo lijkt op de mens kun je die vlieg goed gebruiken om bepaalde experimenten mee te doen, te bestuderen wat er aan de hand is bij een bepaalde ziekte. En dan kun je dat voor later vertalen naar de mens.
Dat maakt ze de ideale proefdieren.
Je kan het DNA van de fruitvlieg manipuleren. Ik kan een bepaalde fruitvlieg designen die bijvoorbeeld een menselijk eiwit produceert of die een fout heeft in zijn DNA.
Dat werkt zo: een embryo van een fruitvlieg wordt geïnjecteerd met menselijk DNA met bijvoorbeeld een genetische afwijking. Dat DNA wordt meegenomen in het nageslacht van de vlieg en de kinderen van die vlieg die hebben vervolgens ook die genetische afwijking. En als je een heleboel fruitvliegjes met een genetische afwijking hebt, dan kan je daarop allerlei stoffen testen tegen die genetische afwijking.
Verder kun je vliegen goed gebruiken omdat je binnen korte tijd heel veel nakomelingen hebt die allemaal precies hetzelfde zijn. Als je daar iets in ziet bij al die vliegen tegelijk, dan geloof ik wel dat het zo is. Omdat het relatief eenvoudig is om daar allerlei onderzoek mee te doen wat je natuurlijk nooit met patiënten kan doen, kunnen we heel veel dingen uittesten in die vliegen en dan kunnen we vervolgens kijken of dat ook zo is voor patiënten of voor muizenmodellen.
Als je aan proefdieren denkt, denk je waarschijnlijk snel aan de muis. Maar inmiddels heeft de fruitvlieg z'n plek overgenomen in laboratoria over de hele wereld.
Wat we wel vaak doen is dat we eerst iets heel grondig bestuderen in de fruitvlieg. Daarna hoeven we dan maar heel weinig muizen te gebruiken om het ook aan te tonen. Want in Nederland en ook in andere Europese landen is er een heel streng proefdierbeleid en dat is heel goed, maar dat betekent dat het vaak lang duurt voordat je een vergunning krijgt om bepaalde experimenten te doen. Terwijl in de fruitvlieg, als je vandaag een spannend experiment bedenkt, dan kun je dat dezelfde dag nog beginnen.
Weinig mensen zullen er iets op tegen hebben als je er proeven mee doet. D'r is wel kritiek maar lang niet zoveel als bij muizen of apen. Dus de volgende keer dat jij in je keuken staat te vloeken omdat de fruitvliegen je om de oren vliegen, vergeet ze niet even te bedanken voor een wetenschappelijke inzet.