Eigenlijk is het gekkenwerk. Allemaal heuveltjes. Allemaal afdalingen. Drie weken lang elke dag bijna 200 kilometer fietsen. En een fikkende zon. De pijn is nog steeds. Dus moet je hard trainen, gezond eten en doping nemen. Nee, dat laatste is natuurlijk hartstikke verboden. Doping zijn medicijnen die ervoor zorgen dat je beter kan sporten. Het kunnen pilletjes zijn, spuiten en zelfs hele zakken bloed die je moet toedienen. Maar doping is dus verboden. Het is niet eerlijk voor andere sporters en sommige doping is slecht voor je gezondheid. Toch werd het vroeger door veel renners gebruikt. Kleunen of Armstrong. Het is Armstrong voor Kleunen. Ook door deze man. De Amerikaan Lance Armstrong. Zeven keer won ie de Tour de France, meer dan wie dan ook. Voor veel mensen was hij een held, maar later bleek dat Armstrong al die jaren doping had gebruikt. De held was ineens een valsspeler. Zijn overwinningen werden afgepakt, iets wat bij veel meer renners gebeurde. Tegenwoordig wordt er streng gecontroleerd op doping, ook tijdens de Tour de France. Daar weet sportverslaggever Herman van der Zandt alles van. Hij volgt de renners deze Tour. Als de renners daar over de finish komen, dan kan het zijn dat ze eruit worden gepikt voor een dopingcontrole en dan moeten ze mee. Dan moeten ze mee naar deze truck en dan moeten ze plassen in een buisje. Dat buisje gaat dan weer naar een laboratorium en daar kunnen ze kijken of een renner doping heeft gebruikt of niet. Volgens deskundigen wordt er door al die controles veel minder doping gebruikt. Of echt geen enkele renner doping gebruikt, dat is moeilijk te zeggen, want wie weet gebruikt hij wel een dopingmiddel dat we nu nog niet kunnen opsporen.