Midden in de winter of op een zwoele zomeravond; zodra je een paar kaarsjes aansteekt wordt het meteen gezellig. Ze zijn er in alle soorten en maten en meestal zijn ze geurloos, maar aan sommige kaarsen zit een luchtje. Die zijn namelijk gemaakt van stearine. En als je eenmaal weet waar die stof van wordt gemaakt, is het opeens helemaal niet zo raar dat ze af en toe een beetje ruiken.
De meeste kaarsen die je brandt, worden gemaakt van paraffine. Paraffine is een bijproduct van olieraffinage. Nadat de benzine, kerosine en diesel eruit gehaald zijn blijft onder andere een dikke, vettige massa over. En daar kun je kaarsen van maken. Paraffine is eigenlijk een vrij reuklops, smakeloos goedje. In plaats van paraffine kun je dus ook stearine gebruiken om een kaarsje van te maken. Die zijn niet alleen een stuk steviger dan paraffinekaarsen maar branden ook nog eens een stuk beter en langer. stayer Stearine zit onder andere in de vruchten van deze oliepalm. Maar het zit ook in dieren. Bij dat slachten hou je niet alleen vlees, maar ook vet over. Ja, klopt. Dat is een beetje geel. Het aangewassen vet zit hier en het harde niervet zie je hier. Bij het slachten van koeien, varkens en kippen blijft veel vet over, waar niet altijd een bestemming voor is. Kaarsenmakers weet wel raad met al dat ongebruikte vet.
Bij het branden van een stearinekaars is de kans dus groot dat je eigenlijk een koe, kip of varken aan het cremeren bent.
Kijk er dus niet van op als ik naar af en toe een beetje raar ruikt. Vroeger waren kaarsen ook eetbaar. Echt? Soldaten kregen kaarsen mee voor de verlichting. Maar in noodgevallen konden ze ze ook opeten. En dat gebeurde ook? Het is een soort spekvet. Het vet van geslachte dieren wordt trouwens niet alleen gebruikt voor kaarsen, maar zit bijvoorbeeld ook in autobanden, handcrème, zeep en waskrijtjes. was op het moment zocht op staat. Dus op het moment dat je opstaat begin je al met het gebruiken van producten waar afgeleiden van dierlijk vet in zitten.