Er gebeurt hier veel. Hier verschepen we ruim duizend containers per jaar.
We zijn in de Amsterdamse haven. Dit bedrijf verhuurt zeecontainers die door handelaren worden volgestouwd met elektronische apparaten. Het zijn vooral Afrikanen die in deze handel zitten. In alle uithoeken van Nederland kopen ze gebruikte spullen op. Televisies, radio's, computers en andere elektronica. De volle containers gaan vooral richting West-Afrika.
Deze gaat naar Ghana of Burkina Faso. Die komen overal vandaan. Er is een deel van de kringloop, er is een deel dat mensen partijkoop doen bij bepaalde handelaren, er is van de week nog een hele partij binnengekomen, gebruikte televisietoestellen uit een hotel. Dat waren nog de oude vierkante kastjes, dat moeten netjes flatscreens worden. Die mensen stropen alles af.
Freek Kalff werkt hier als vrijwilliger. De hele dag door komen mensen naar de haven om spullen te verkopen aan de Afrikaanse handelaren. Ook afgedankte, niet werkzame spullen worden aangeboden. Freek probeert dit tegen te houden.
Gatver. Dat vinden we niet goed. Je bent zo vaak gewaarschuwd dat je dit hier niet moet brengen. En nu doe je het toch. Dus deze gaat de oudijzerbak in, want je weet dat je hier geen afval mag brengen.
We verschepen televisies. Stoelen. Fietsen. Dingen zoals bankstellen. Allerlei soorten tweedehands spullen. Koelkasten. Radio's, televisies. Ook elektronische spullen dus? Ja, van alles. En wie koopt dit soort producten? Je weet van tevoren niet wie deze spullen wil. Alles wordt verscheept.
Zwaar? Ik zie het. Goedgekeurd.
In Afrika kunnen we ons geen nieuwe producten veroorloven. Vanuit Europa kunnen we tweedehands spullen aanbieden. Wij maken ze weer in orde en dan kopen ze ze bij ons. Sommige dingen gaan onderweg kapot. Maar we proberen ze te repareren en dan verkopen we ze.
De televisie die hier is afgedankt heeft dus commerciële waarde aan de andere kant van de wereld. Al jaren ontvangen West-Afrikaanse landen onze afgedankte elektronica, zoals hier in Ghana. De elektronische apparatuur komt aan in de haven. De eigenaren zijn importeurs die ze hierheen halen. Die nemen ze mee naar hun winkels.
Een deel van de tweedehands apparaten wordt opgeknapt. Maar een groot deel blijkt bij aankomst toch stuk en onbruikbaar. Dan is het elektronisch afval: e-waste. En dat elektronische afval belandt hier in Agbogbloshie, een buitenwijk van de hoofdstad. Het is een van de grootste e-waste stortplaatsen ter wereld en tegelijk één van de meest vervuilde plekken.
Je ziet dikke rook door het verbranden van kabels en andere onderdelen. Hier wonen en werken meer dan vierduizend Ghanezen. Ze slopen westerse apparaten om kostbare metalen te winnen en te verkopen. Daar komen veel giftige stoffen bij vrij. We praten over blootstelling aan lood, arseen, cadmium, chroom. En dit zijn allemaal potentieel kankerverwekkende stoffen. Ik heb vrienden verloren op dit terrein. Westerse landen, waaronder Nederland, hebben jaren geleden al internationale afspraken gemaakt om elektronisch afval niet te verschepen naar landen zoals Ghana.
Het is legaal om een tweedehands product te gaan exporteren, maar als het afval is, is het niet legaal. Waarom? Omdat het gevaarlijke stoffen bevat.
Kees Baldé doet al jaren onderzoek naar de afvalstroom e-waste. Hij ziet dat ondanks internationale afspraken afval vanuit Europa naar Afrikaanse landen wordt verscheept, terwijl het is aangemerkt als tweedehands. Ongeveer éénderde blijkt toch niet te werken als het aankomt in Afrika. Terug naar de Amsterdamse haven. Alleen werkzame spullen mogen dus worden geëxporteerd. Het containerbedrijf wil daarom dat alle oude apparaten worden getest. Er wordt gekeken: werk 'ie, gaat er een lampje branden, hoor je wat zoemen of wat dan ook. Is dit goedgekeurd nu? Ja, hij heeft hem getest en hij doet het. Hij geeft geluid en er wordt nu gescand. Er wordt keurig netjes een sticker opgeplakt dat 'ie getest is en dan kunnen we hem netjes in de container laden.
Maar dit betekent niet dat alle spullen daadwerkelijk een tweede leven krijgen. De materialen die in het apparaat zitten, hebben namelijk vaak meer waarde dan het apparaat zelf. De Nederlandse overheid is al jaren op de hoogte van dit probleem en beloofde in 2009 beterschap.
We gaan daar een samenwerkingsovereenkomst ondertekenen waarin we afspreken dat we meer met elkaar gaan samenwerken om zoveel mogelijk te voorkomen dat kapotte dingen naar Ghana worden getransporteerd vanuit Europa.
Maar de export van elektronisch afval is een hardnekkig probleem. Onlangs kwamen zestien Afrikaanse havendirecteuren naar ons land om hun zorgen te uiten. Ze bezochten toen ook dit containerbedrijf in Amsterdam. Afval uit de EU vormt een probleem voor Afrika. Afrika is een stortplaats geworden. We hebben niet de juiste recyclefaciliteiten voor elektronisch afval. Overal komen afgedankte producten vandaan. Uit Nederland, Frankrijk, uit België. Uit veel Europese landen. Ze denken dat Afrikanen allemaal zo arm zijn, dat ze daarom alles dat uit Europa komt kunnen gebruiken. Maar dat is niet zo.
Ondanks de zorgen van de Afrikaanse delegatie stelt de inspectie, die ook aanwezig is bij het bezoek, dat Nederland het goed voor elkaar heeft. Apparatuur die kapot is, vertrekt vanuit niet uit Nederland richting Afrika. Afrika is geen dumpplek van Europees materiaal. Maar dat gebeurt nu nog steeds wel. Nee. Materiaal dat vanuit Nederland gaat, dat is allemaal werkend.
Volgens de inspectie is dus alles op orde, maar als we de meest recente cijfers opvragen bij diezelfde inspectie, blijkt dat de dienst door de jaren heen steeds minder is gaan controleren op e-waste en de keren dat de inspectie wél controleert, treft de dienst bij 70% van de bedrijven wel degelijk elektronisch afval aan. Concreet praten we over zo'n 2 miljoen kilo e-waste. Dat zijn honderd volle zeecontainers.
Dus dat als er een inspectie gedaan wordt, het ook gewoon bingo is. En dat het ook om grote hoeveelheden gaat. Ik denk dat als de inspectie meer zou inspecteren, dat er meer gevonden zou worden. Dat maakt u op uit de cijfers? Ja, dat maak ik hieruit op.
Zou de inspectie veel meer moeten controleren? Ik denk dat het goed is om zeker ook hun gezicht te laten zien. We proberen toch de mensen op te voeden en als er ook vanuit de overheid controle op is, dat helpt ontzettend veel.