Er is een mooi meisje. Esther. Ze is op avontuur en rent door de stad. Een soldaat grijpt haar vast. Meekomen! Wij verzamelen mooie meisjes. En met het allermooiste meisje gaat de koning trouwen. Ik wil niet bij de Mooie-Meisjes-Verzameling! roept Esther. Iedereen moet doen wat de koning wil, zegt de soldaat.
In het paleis moet Esther heel lang in bad, supervaak naar de kapper en alleen maar piepkleine hapjes eten. Ze mag niet meer rennen en ook niet meer op avontuur. Psst. Daar is haar oom, Mordechai. Hij is een vriend van de koning en werkt in het paleis. Vertel niemand dat je Joods bent, Esther! Ons volk is anders. Als ze weten dat je Joods bent, krijg je misschien problemen. Dan ziet de koning Esther. Van alle mooie meisjes, vindt de koning haar het allermooist! Ze wordt koningin!
De koning heeft twee goede vrienden. Oom Mordechai en Haman. Haman is jaloers, hij wil de enige beste vriend van de koning zijn. Hij bedenkt een gemeen plan om oom Mordechai weg te krijgen. Hmmm, denkt hij, oom Mordechai is Joods. Haman liegt tegen de koning. Ahum. Weet u, de Joden vinden u stom. Ze willen de baas zijn. Straks grijpen ze de macht! We moeten alle Joden doodmaken!
In de naam van de koning stuurt Haman een brief door heel het land. Er staat in dat iedereen op een speciale dag, de Joden moet doodmaken. Esther gelooft haar oren niet. De Joden zijn helemaal niet slecht! Ze houden van de koning! Jij bent de enige die ons kan redden, Esther, zegt oom Mordechai. Je moet de koning vertellen dat Haman liegt. Maar oom, zegt Esther, wat als de koning mij niet gelooft? Dan zegt hij: Weg met Esther. Straks zijn we allemaal weg, Esther. Die verschrikkelijke dag komt steeds dichterbij. Maar God geeft ons een kans! Die kans ben jij, koningin Esther. Red ons.
Esther nodigt de koning en ook Haman uit. Lieve koning. Zeg het maar, Duifje, zegt de koning verliefd. Maar Esther bibbert. Zo eng. Er is een man die liegt over mijn volk. Hij wil ons vermoorden. Hij wil mij doodmaken. Jou doodmaken?! schreeuwt de koning. Wie is die leugenaar?! Weg met hem! Haman is bleek geworden. Esther wijst. Haman, uw vriend. Ze vertelt de koning dat Haman alles over de Joden verzint, alleen om haar oom Mordechai dood te maken.
De koning stormt weg. Hij stuurt de allersnelste koninklijke paarden door heel het land, met een brief. In mijn Koninkrijk mag niemand vermoord worden omdat ze anders zijn. Laat de Joden met rust. Zijn de paarden snel genoeg om de brief af te leveren? Ja! Gelukkig net op tijd! De verschrikkelijke dag wordt een feestdag. Esther is een beroemde koningin geworden. En Haman? Die is weg. Die is nooit meer gezien.
Hebben jullie wel eens iets engs moeten doen? Of iets spannends? Dit vind ik spannend. Vind je dit spannend? Spannend verhaal hè? Ja! Ik vind het ook spannend! Ik ook! Ik ook!