Er is een baby. Jezus. Je kan Hem nog niet zien. Hij zit nog veilig in de buik van zijn mama, Maria. Zullen we even gluren in de buik van Maria? Oh! Wat wiebelt Hij! Nog even, en Hij wil eruit! Maar nu nog niet. Zo. Maria begint tegen haar baby te praten. Jij zat natuurlijk niet altijd in mijn buik, kleine Koning. Eerst was mijn buik plat. Ik zal Je vertellen wat er gebeurde voordat Jij kwam. Het was een nacht zoals elke andere nacht. Ik was moe en ik ging naar bed. Maar plotseling was de kamer vol met licht. En daar stond iemand. Helemaal in het wit. Een engel! Niet bang zijn, zei de engel. Ik kom vertellen dat jij een kindje krijgt. En niet zomaar een kindje. Nee, het is de Koning waar iedereen al zo lang op wacht. De Zoon van God. Hij heet Jezus. En Hij gaat heel veel mensen blij maken. Oh! Ik was zo verbaasd! Ben ik uitgekozen door God?! Mag ik de moeder van Jezus zijn? Ineens was de engel weg. En in mijn buik begon heel langzaam en klein Jij te groeien. Mijn kleine wiebel-Koning. Kunnen jullie ook wiebelen?
Baby Jezus wiebelt zo omdat Maria heel ver moet lopen. Helemaal naar een andere stad, Bethlehem. De keizer wil alle mensen tellen. Iedereen moet terug naar het dorp waar ze geboren zijn en daar hun naam opschrijven. En dat gaat Maria doen. Samen met Jozef, haar man. Jozef legt zijn hand op Maria's buik. Oh! Ik voel Hem trappelen! Maria en Jozef lachen. Ze zijn twee hele gewone mensen. Net als jij en ik. En toch heeft God ze uitgekozen om voor dit bijzondere Kind te zorgen. Wauw! Dat is spannend, hè? Als alles maar goed gaat.
Ik moet Maria en het Kindje beschermen, denkt Jozef. Blijf maar veilig in die buik, kleine Koning. Anders word je straks nog midden op de weg geboren. Daar! Bethlehem! Eindelijk. Maria is heel moe. Och! Wat is haar buik zwaar! Als ze niet snel gaat liggen, wil het Kindje eruit! Oh oh! Er is nergens een logeerplek. Alles zit vol. Ik kan Maria nu toch niet buiten laten slapen, denkt Jozef. Hij kijkt rond. Jozef heeft iets gevonden. Een stro-matras. Tussen de dieren. Maria valt meteen in slaap. Oh! Maar diep in de nacht...
Wat is er gebeurd? Weten jullie het? De baby is er! Inderdaad, het kindje Jezus is geboren. Maria kijkt naar Jezus in haar armen. Ze kijkt naar zijn handjes, zijn voetjes. Hij is helemaal perfect. Wat ga Jij later toch allemaal doen, kleine Koning, vraagt ze. Jezus gaapt. Maria lacht: Het was zeker een hele lange reis van de Hemel naar hier. Zacht zingt ze een liedje. Het allereerste kerstliedje ooit. Kennen jullie een kerstliedje? Ja. Ja? Ik weet er één. Kling klokje klingelingeling. Kling klokje klingelingeling. Kennen jullie die allemaal? Ja. Ik niet. Zullen we die zingen? Kling klokje klingelingeling, klink klokje kling.