Er is een soldatenbaas, Julius. Hij komt uit een grote stad, Rome. Soms beschermt hij daar de keizer. Maar nu moet hij boeven van een ver land naar een gevangenis in Rome brengen. Bah, boeven, denkt Julius. Maar wat de keizer wil, dat doe ik! Alles voor de keizer en de Romeinen, het beste volk op aarde!
De boeven moeten aan boord van een schip. Sleep, sleep, doen hun kettingen. Eén boef heet Paulus. Hij is van het Joodse volk. Paulus is een praatjesmaker, hoort Julius van een van zijn soldaten. Die vent reist de hele wereld rond en vertelt over God en over ene Jezus. Die Jezus zei dat hij de Zoon van God was. Mensen met zulke praatjes kun je niet vrij rond laten rondlopen. Maar Paulus staat even stil bij Julius. Meneer, ik wil de keizer in Rome iets vragen. Dat ik vrij mag vertellen dat God van iedereen houdt. In de hele wereld. Romeinen, Joden, soldaten, boeven, het maakt niet uit. Julius kijkt verbaasd. Daarvoor laat jij je opsluiten? Raar hoor.
Ze varen. Goed zo, denkt Julius. Snel met die boeven naar Rome. Als we doorvaren is het niet veilig, zegt Paulus. Ik heb veel gevaren, ik kan het weten. Laten we een tijdje aan land blijven daar. Ik luister niet naar rare praatjesmakers, zegt Julius. Zon, lekker briesje. Wat zeur je nou? Maar het briesje wordt wind en de wind wordt een storm! Dagenlang gaat het schip heen en weer. Wat een groene gezichten! Jullie ook? In de storm varen.
Julius is verbaasd. Iedereen kijkt bang, behalve Paulus. Hhhhhhhoeeee, ffffff. Heen en weer. Heen en weer. Boven en beneden. We gaan dood, schreeuwen de mannen. Paulus staat op. Hij zegt luid: Niemand gaat hier dood! Dat heeft God gezegd. Boef of niet: Iedereen is voor God belangrijk. Maar we moeten wel eten en sterk blijven. Eet! Alle mannen luisteren. Ze eten en ze voelen zich beter. Die praatjesmaker geeft niet op, denkt Julius. Hij geeft ons allemaal nieuwe hoop. Land in zicht! Snel proberen ze erheen te varen. Krrrt!! Ze zitten vast! Wat een hoge golf! We zinken! Help elkaar! roept Paulus. De mannen die kunnen zwemmen, helpen de anderen aan land. Niemand is verdronken, precies zoals Paulus zei. Maar dan roepen de soldaten: Snel, sla de boeven in de boeien, straks vluchten ze. Dan krijgen wij op onze kop van de keizer! Stop, schreeuwt Julius. Niemand wordt hier geslagen! En iedereen blijft leven, horen jullie! Boef of soldaat, Romein of Jood. Iedereen is belangrijk!
Paulus glimlacht: Iedereen is belangrijk? Ja, praatjesmaker, zegt Julius. Ik ben naar die praatjes van jou gaan luisteren. En dat hebben er meer gedaan. Want Paulus schreef zijn praatjes allemaal op. Nu staan ze hierin: De Bijbel. En die wordt door heel veel mensen gelezen. En zo weet de hele wereld dat God van ons allemaal houdt. Van wie houden jullie allemaal? Van mama.