Het is zomer! Buiten zie je vlinders met veel kleuren. Rupsen zie je niet zo goed.Toch is elke vlinder ooit een rups geweest. Hoe kan nu zo'n harige rups zo'n prachtige vlinder worden?
Als het mooi weer is gaan mannetjesvlinders op zoek naar een vrouwtje. Zie je die witte vlinders vliegen? Dat zijn koolwitjes. Als een mannetjes en een vrouwtje elkaar tegenkomen, kijken ze eerst of ze van hetzelfde soort zijn.
Als ze elkaar leuk vinden doet het vrouwtje haar vleugels naar beneden. Dan fladderen ze om elkaar heen. Dit heet baltsen. Bij elke vlindersoort gaat dat anders. Deze heivlinder maakt een dansje. Hij probeert het vrouwtje met zijn geur te versieren. Dit Heideblauwtje fladdert om het vrouwtje.
Als ze elkaar leuk vinden, vrijen ze met elkaar. Daarna gaat het vrouwtje op zoek naar de goede plant om haar eitjes op te leggen. De rupsen die straks uit de eitjes komen, lusten alleen de blaadjes van déze plant. Sommige vlinders leggen maar één eitje op het blad.
Andere vlinders leggen de eitjes in groepjes bij elkaar.