Met suiker kun je allemaal hele mooie en ook lekkere snoepjes maken. Suikerkristallen lossen op in water. Dat merk je bijvoorbeeld als je suiker door je thee roert. Als je dat water weer laat verdampen dan houd je een soort stroperig goedje over. Die suikermassa kan je in allerlei vormen kneden. Dat is niet alleen heel leuk om te doen maar ook nog eens heel lekker. Bijna iedereen vindt suiker lekker. Daarom zit er ook zoveel suiker in snoep. Dat is op zich niet erg. Het menselijk lichaam is juist gemaakt om die smaak lekker te vinden. Planten gebruiken licht, water en koolstofdioxide (dat is een stof in de lucht) en zetten dat om in zuurstof en suiker. Die suiker is belangrijk, dat is de voeding voor een plant. Daar groeit hij van. Voor ons is suiker ook belangrijk. Het geeft ons energie om te bewegen en bouwstenen om te groeien alleen kunnen wij het niet zelf aanmaken daarom pakken we het af van planten. Dan natuurlijk niet een kamerplant of zo, nee van planten die heel erg veel suiker aanmaken zoals suikerriet of de suikerbiet. Echt bomvol suiker. Van die suiker kunnen we hele leuke snoepjes maken. Veel bedrijven gebruiken het om etenswaren lekkerder te maken. Zo zitten er in een glas cola omgerekend 6 suikerklontjes, in vruchtenyoghurt 5, in sinaasappelsap of appelsap ook 6, een zak chips 2 en in een fles ketchup maar liefst 45 suikerklontjes. Zo vinden we deze producten lekkerder. Het verbergt ook de smaken die we niet zo lekker vinden zoals zuur of bitter. En het is nog gezond ook. Nou ja gezond. Wel als je precies de hoeveelheid suiker eet die je lichaam nodig heeft. Als je meer uit dan slaat je lichaam dat op als vet. Als reserve voor later. Voor zeg maar de moeilijke tijden. Maar als die moeilijke tijden nooit komen dan blijft ons lichaam maar opslaan tot we er hartstikke dik van worden. Zo dik als een suikerbiet. Wow, wat knap. Is dit allemaal van suiker?
Ja.
Maar dat is toch zonde om op te eten? Eentje dan. Oké nog een. Ik ben op de fiets hé, ik heb energie verbruikt.