IJs is gewoon topspul. Als je er gewoon goed over nadenkt, qua smaak, kleur alles. Is gewoon geen nadeel aan ijs te verzinnen. Wist je dat ijsjes levensgevaarlijk zijn? Je kan laten zien dat ze verdrinkingen veroorzaken. Kan je nou ook al mijn gedachten lezen? Nee, het is echt waar. Kijk maar even naar de cijfers. Hier zie je het. Hoe meer ijs er verkocht wordt, hoe meer verdrinkingen er zijn. Glashelder. Maar dan zou je kunnen denken als je naar die cijfers kijkt, dat dat misschien komt, dat mensen kramp krijgen van het ijs eten en dan vervolgens verdrinken omdat ze niet meer goed kunnen zwemmen. Nee, dit is een klassiek voorbeeld in de statistiek van een verband, een correlatie die niet betekent dat er een oorzaak, een causaliteit is. Dus er zijn wel degelijk meer verdrinkingen als er meer ijs verkocht wordt, maar dat komt niet door die ijsjes. In dit geval is het dan dus zo dat in de zomer gaan meer mensen ijs eten omdat het warm is. Maar mensen gaan ook meer zwemmen en dus is de kans ook groter dat ze verdrinken. Is dat meer wat er gebeurt? Ja, dus hier zie je dat er eigenlijk iets anders achter allebei die dingen zitten wat ze daadwerkelijk veroorzaakt. Er zijn heel veel voorbeelden van verbanden waarvan mensen dachten dat het causaal was, terwijl het niet zo blijkt te zijn. Dus bijvoorbeeld chocolade en migraine. Dat je een migraine-aanval kan krijgen op het moment dat je chocola eet. Dat dachten we. Maar uit recent onderzoek blijkt dat het dus precies omgekeerd is. Voordat je migraine krijgt, gebeurt er al iets in je lichaam waardoor je superveel zin krijgt in chocolade. Maar dat lijkt me hartstikke lastig om uit te zoeken dan wat wat veroorzaakt. En. En ook best wel belangrijk toch? Want voor je het weet maak je beleid op iets verkeerds of zo. Ja, dat zie je dus heel vaak dat mensen zien dat er een verband is in de cijfers en dan onmiddellijk conclusies gaan trekken. En een voorbeeld wat ik zelf echt pijnlijk vind is dat er gezien werd dat kinderen die hoge cijfers haalden vaak veel zelfvertrouwen hadden. En dachten ze van nou, dan moeten we dus zorgen dat kinderen veel zelfvertrouwen hebben. Dus in het onderwijs, extra aandacht daarvoor en dat soort dingen. Ja, alleen toen ze dit beter gingen onderzoeken, toen bleek dat het eigenlijk andersom was, dat kinderen veel zelfvertrouwen krijgen doordat ze ergens goed in zijn en dat je dus veel beter beleid had kunnen maken om kinderen te stimuleren om ergens goed in te worden. Nou heb ik vandaag ook drie voorbeelden gehoord waarvan ik me afvraag wat nou waar is. Ik bedoel, kinderen zouden slimmer worden van pianoles. Ik hoorde dat verzekeraars daar achter kwamen dat bij een brand, als er veel brandweerlieden aanwezig zijn er dus ook veel schade is. En dat huwelijken zouden stranden op het moment dat er veel porno gekeken wordt? Ja nee dus eigenlijk altijd als er een verband is, moet je echt wel goed nadenken en kijken of er echt iets aan de hand is. Dus. Ja. Weet je dat van die huwelijken en die porno? Ik weet het niet hoor? Ga je nu eh...?