Op de grens van de Veluwe met de Geldersche Vallei ligt aan de oever van de Rijn een oude steenfabriek.
Een brede rivier… dijken… uiterwaarden die onder water stromen bij hoog water. Dit oer-Hollandse landschap is mede gevormd door de steenfabrieken, die in de 19e en 20e eeuw in deze omgeving zijn gebouwd. Door het uitgraven van de kleigrond die als grondstof van de stenen wordt gebruikt ontstaan op veel plaatsen extra brede uitloopgebieden met een unieke flora en fauna.
De meeste steenfabrieken zijn inmiddels gesloopt, maar De Bovenste Polder in Wageningen staat nog fier overeind.
Na sluiting van de fabriek in de jaren 60, raakt het gebouw zwaar in verval. Plannen van de gemeente om er woningen te bouwen, verdwijnen in de jaren 80 in de prullenbak. Een kleine groep mensen maakt zich echter hard voor het behoud van de fabriek. Arno Boon is van a tot z betrokken geweest bij de herbestemming.
En dat ging Arno aan het hart.
Het gebouw wordt voor een groot deel hersteld. Helaas blijken sommige zaken onomkeerbaar.
De Bovenste Polder kent zijn oorsprong in 1846, maar werd in 1923 opnieuw opgebouwd. Het fabrieksgebouw beslaat dan 735 vierkante meter, heeft 16 ovenpoorten en een houten overkapping.
In de hoogtijdagen van de fabriek, in de jaren ’30, worden hier 6 miljoen stenen per jaar gebakken. In Wageningen zijn complete straten gebouwd met stenen uit deze fabriek, zoals hier de woningen aan het Bowlespark.
Het bakken gebeurt in de zogenaamde zigzag ringoven. Hierbij wordt de warmte zigzagsgewijs door de ovens geleid. Het duurt 11 dagen voor alle kamers aan de beurt zijn geweest en de stenen gebakken en afgekoeld zijn.
Een man die elk detail van dit proces kent is meneer Den Uijl. Hij is 27 jaar bedrijfsleider geweest in De bovenste Polder.
Het werk is zwaar, maar het brengt de bevolking wel inkomsten. Dankzij de groei van de bevolking stijgt de vraag naar stenen en dus worden er binnen korte tijd talloze fabrieken gebouwd. Aan het eind van de 19e eeuw telt Nederland 881 steenfabrieken.
Modernere, minder arbeidsintensieve baktechnieken doen veel fabrieken na de oorlog de das om en ze worden gesloopt.
Pas vele jaren later begint men in te zien dat de industriële bouwwerken van grote historische waarde zijn.
De steenindustrie heeft, behalve een bijzonder gebouw, ook een hele romantische onhandigheid nagelaten. Vooral voor de huidige bewoners.