We hebben thuis allemaal wel een verwarming. Meestal een centrale verwarming of een open haard. We gebruiken aardgas om het water dat door de leidingen loopt te verwarmen. Maar wist je dat in sommige steden veel mensen samen een warmtebron gebruiken? Stadsverwarming heet dat, en dat is in sommige gevallen veel handiger en ook zuiniger.
Stadsverwarming bestaat eigenlijk al heel lang. Al voor de Tweede Wereldoorlog bestonden er ideeën voor zo’n gezamenlijke verwarming. Sommige mensen vonden het maar ouderwets dat ieder huis een eigen kachel of haard had. Voor rijtjeshuizen leek het veel handiger om samen een verwarming te gebruiken! Die warmte wordt in zo’n geval niet gemaakt door het verbranden van aardgas, maar door het gebruiken van restjes warmte. Bijvoorbeeld de warmte die vrijkomt bij het verbranden van afval. Normaal gebeurt daar niks meer mee, maar dat kunnen we dus ook beter gebruiken! Bij de bouw van nieuwe huizen wordt daarom steeds vaker ook een stadsverwarming aangelegd.
Het verdelen van die warmte werkt eigenlijk net als een centrale verwarming, maar dan in het groot. Het warme water wordt door middel van lange buizen naar de huizen gebracht. Als die huizen eenmaal zijn verwarmd wordt het afgekoelde water door een andere buis weer teruggevoerd, klaar om opnieuw opgewarmd te worden.