Het is vaak goed zoeken, maar als je onder de bladeren en tussen het gras kijkt heb je hem zo gevonden: de tuinslak.
Ze heten dan wel tuinslakken, maar ze leven ook op andere plekken dan in de tuin. Je komt ze ook vaak tegen in het bos, tussen de struiken en bijvoorbeeld in hoog gras.
Van alle slakken die in Nederland voorkomen, is de tuinslak wel de bekendste. De tuinslak herken je aan hun slakkenhuisje. Het huisje beschermt de slak tegen vijanden. En het zorgt er ook voor dat zijn zachte, slijmerige lichaam niet uitdroogt. De huisjes hebben allerlei kleuren: geel, bruin of roze, met of zonder strepen.
Er zijn verschillende soorten tuinslakken: de gewone tuinslak bijvoorbeeld, met een zwarte rand aan de opening van het huisje. Deze tuinslak komt bijna in heel Nederland voor. De andere tuinslak, de witgerande tuinslak, is veel zeldzamer. Deze vind je eigenlijk alleen in Limburg en in de buurt van Nijmegen.
En dan heb je nog jonge en volwassen tuinslakken. Volwassen slakken herken je aan de rand aan de opening van het huisje. Jonge tuinslakken hebben nog geen lip aan hun huisje.
En of je met een mannetje of vrouwtje te maken hebt, is heel gemakkelijk! Slakken zijn namelijk een mannetje en een vrouwtje tegelijk!