Hallo daar ben ik weer, ik ben Flip de Beer, bij wie mag ik logeren? Wie is dat deze keer?
Hallo allemaal, vandaag ben ik op bezoek bij de groep van juffrouw Wytske. En we gaan naar het bos om een spelletje te spelen.
Kom maar, dan zetten we ‘m even hier neer. We hebben een hele grote kist bij ons. Wat zou daarin zitten?
Weet je, ik vind dit wel een heel mooi plekje om even verstoppertje te gaan doen. Ja! Ja, verstoppertje! Ik ga zoeken.
Wil jij ‘m even zijn? Niet te ver weggaan hè. Ja, samen met Nikky.
1, 2, 3, 4, 5, 6…
Kom maar zoeken! Ja, we komen!
Even kijken of we ze zien. Hmm, eh… Ja, nou, ik zie niet zoveel hoor. Eh, ja, volgens mij zag ik iets roods!
Petra en (…), ik heb jullie gezien! Ja, wij hebben jullie gezien, kom maar te voorschijn! Dat heb je goed gedaan! Maar je had ‘r wel heel snel gevonden. Kom maar.
Ik zag Charlotte haar broek al. Zag je Charlotte haar broek al? Ja, wat voor kleur is die broek? Rood. Rood. Maar wat voor kleur zou je dan aan kunnen doen dat je het niet zo gauw ziet? Bij rood kan je het gauw zien. Eh, ja, rood kan je heel goed zien.
En hij is misschien… Zwart? …bruin of zwart. Bruin. Geel! Dat kan ook nog een beetje of groen. Zullen we dat eens uitproberen? Hé, dat zijn alle kleuren van de bomen hier.
Dan moet je maar eens even van de kist af gaan en dan doen we ‘m op hè. Oh ja, de kist. Die was ik helemaal vergeten.
En dan gaan we eens even kijken wat er in de kist zit. Laten we het er maar eens even uit pak-ken, want er zit van alles in.
Ja, wat zit er in de kist? Hé, verkleedkleren! Verkleedkleren. Dat is leuk! Hé, die hebben allemaal herfstkleuren, allemaal kleuren van de herfstblaadjes.
Juffrouw, dit zie je bijna niet!
Nee, nou, ik ben bang dat ik jou niet meer terugvind.
Juffrouw, ga tellen! Ik ga tellen ja, tot hoever moet ik tellen? Tot 30. Tot 30, ja, goed. 1, 2, 3, 4, 5, 6… …29, 30! Ik kom! Ik kom!
Heel zachtjes juf. Zachtjes lopen, anders horen ze ons aankomen. En wij vinden ze vast wel. Even kijken. Maar ze zijn wel heel goed verstopt. Ik zie ze nergens. Hier niet. Hm, nee, hier ook niet. Kom maar te voorschijn jongens! We kunnen jullie niet vinden! Ja, oh, daar ben je! We konden het niet zien.
Nee, jij was goed verstopt zeg! Wat waren jullie goed verstopt! Met die kleuren aan konden we jullie helemaal niet zien. Kom maar. Houd goed vast.
Nou, het was een hele leuke middag! Dag, tot de volgende keer!